W21 H6.3 Oplosmiddelen

H6.3 Oplosmiddelen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6.3 Oplosmiddelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoeveel water als drinkwater beschikbaar is van de totale hoeveelheid water op aarde.
  • Je kunt de bijzondere eigenschappen van water (soortelijke warmte, dichtheid, kookpunt, zuurgraad) noemen en de gevolgen ervan toelichten.
  • Je kuntuitleggen wat wordt verstaan onder de pH van een oplossing en toelichten hoe je een pH kunt meten.

Slide 2 - Slide

Water als oplosmiddel

Water is een belangrijk oplosmiddel en

dat komt door zijn bijzondere eigenschappen

  • Groot oplosvermogen
  • Dichtheid
  • Soortelijke warmte
  • Hoog kookpunt


Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Oplosvermogen
  • Veel verschillende stoffen kunnen goed oplossen in water.
    Ook kan er regelmatig veel van een bepaalde stof oplossen in water.
  • Dit wordt het oplosvermogen van water genoemd.
  • Water is het meest gebruikte oplosmiddel in de chemische industrie.

Slide 5 - Slide

Dichtheid
In een vaste stof zijn de moleculen netjes gestapeld. In een vloeistof kunnen de moleculen langs elkaar bewegen en nemen de moleculen meer ruimte in. In een gas bewegen de moleculen met grote snelheid en op grote afstand van elkaar.
Dus van vast via vloeibaar naar gas wordt de dichtheid van de stof kleiner De massa blijft gelijk, maar het volume neemt toe.
  • dichtheid = massa : volume

Slide 6 - Slide


LET OP:  De structuur van ijs is duidelijk anders dan die van water.

IJs neemt meer ruimte in (massa blijft gelijk).

De dichtheid van ijs (vast water) is dus kleiner dan de dichtheid van (vloeibaar) water.



Slide 7 - Slide

timer
2:00
Wat weet je van de
dichtheid van water ?

Slide 8 - Mind map

Soortelijke warmte
  • De soortelijke warmte van water is 4180 J per kg per K.
  • Dit betekent dat er 4180 Joule aan warmte nodig is om 1 kg water 1 K (of 1 graad Celsius) in temperatuur te laten stijgen.
  • Van alle stoffen heeft water de hoogste soortelijke warmte.
  • Dus om water te verwarmen is veel warmte nodig en wanneer water afkoelt komt veel warmte vrij.


Slide 9 - Slide

Waarom komen er in NL geen grote temperatuurschommelingen voor?

Slide 10 - Open question

Hoog kookpunt
•Als je het kookpunt van water,373 K ,vergelijkt met het kookpunt  van methaan (aardgas) is 112 K dan zie je dat het kookpunt van water veel hoger is dan dat van methaan.De moleculen van methaan en water zijn ongeveer even zwaar.
Ook wat deze eigenschap van water betreft is water dus bijzonder.
 

Slide 11 - Slide

Zuiver Water is neutraal

Een neutrale oplossing is niet zuur en niet basisch. Een neutrale
oplossing is niet schadelijk.

Een oplossing met een te lage pH (zuur) of met een te hoge pH(base) hebben een bijtende werking en tasten je huid aan.

Slide 12 - Slide

Wat is zuur ?
Een zure oplossing smaakt zuur en kan bijtend voelen op je huid. De zuurgraad (pH-waarde) geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zuur: pH < 7 en is geschikt om kalkresten te verwijderen.

Slide 13 - Slide

Wat is basisch?

Een basische oplossing smaakt zeepachtig en voelt glibberig.

Basisch is het tegenovergestelde van zuur. Hoe basischer des te hoger de pH. Geschikt om vetresten te verwijderen.



Base: pH > 7 en < 14










Slide 14 - Slide

PH Meten
De pH kun je meten met pH-papier. Dit papier verkleurd
afhankelijk van de pH-waarde.
In het papier zit een indicator die verkleurd. Een indicator is
een stof waarmee je andere stof kunt aantonen.

Slide 15 - Slide

Duurzaamheid en watermanagement
Het is belangrijk nieuwe waterzuiveringstechnieken te ontwikkelen om in de toekomst voldoende drinkwater te hebben.

Slide 16 - Slide

Online uitlegvideo

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Taak voor week 21:

Maak de online opgaven van H6.3 die hierbij horen uit de  planning van Chemie Overall online.

Slide 18 - Slide