Spelling groep 8 't Iemnschelf

Spelling quiz
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Spelling quiz

Slide 1 - Slide

Maak de vragen. Meerkeuzevragen of open vragen.

Slide 2 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
giepsen
B
gipsen
C
gipzen
D
gibsen

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
reubberen
B
rubbere
C
ruberen
D
rubberen

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
zilveren
B
silveren
C
zilferen
D
zillveren

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
eksperiment
B
experement
C
experiment
D
experument

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
klaxonneren
B
claxonneren
C
claxoneren
D
klaxoneren

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
eksplosie
B
explosy
C
explosie
D
exploosie

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
abonement
B
abbonement
C
abonnemend
D
abonnement

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
effekten
B
effekkten
C
efecten
D
effecten

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
illussie
B
iellusie
C
illusie
D
illuusie

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
comisaris
B
commisaris
C
commissaris
D
kommissaris

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
vulkanisch
B
vulkanies
C
vullkanisch
D
vulkaniesch

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
leraressen
B
leeraressen
C
lerarressen
D
leraresen

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
rechtstreex
B
rechtstreeks
C
regtstreeks
D
rechtsstreeks

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
rechtstreex
B
rechtstreeks
C
regtstreeks
D
rechtsstreeks

Slide 16 - Quiz

Typ met dit woord hieronder een zin. De schrijfwijze moet hetzelfde blijven.

vergrootte

Slide 17 - Open question

Typ met dit werkwoord hieronder een zin. De schrijfwijze moet hetzelfde blijven.

bevrijde

Slide 18 - Open question

Typ met dit werkwoord hieronder een zin. De schrijfwijze moet hetzelfde blijven.

verontruste

Slide 19 - Open question

Typ in de volgende 3 slides jouw eigen gemaakte zinnen.

Slide 20 - Slide

De ..... ziel.

Slide 21 - Open question

De ..... mummie.

Slide 22 - Open question

De ..... gletsjer.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Einde van deze spelling quiz.

Slide 25 - Slide