neoclassicisme, romantiek en Realisme hfd 7

neoclassicisme, romantiek en Realisme 
Deze les ga je oa.op papier een tijdlijn maken van 1800-1900
bewaar deze goed, handig om te leren voor de toets en het examen! 
tip: plak de tijdlijn evt. in je schetsboek. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

neoclassicisme, romantiek en Realisme 
Deze les ga je oa.op papier een tijdlijn maken van 1800-1900
bewaar deze goed, handig om te leren voor de toets en het examen! 
tip: plak de tijdlijn evt. in je schetsboek. 

Slide 1 - Slide

in 1800 wordt Napoleon de baas in Frankrijk. 10 jaar later heeft hij alle touwtjes in handen. Hij kroont zichzelf tot keizer en kiest een stijl die daar goed bij past. Welke stijl is dit?

Slide 2 - Open question

Jean Auguste Dominique Ingres- Apotheose van Homerus.
welke keuze is fout?
A
De ordening is symmetrisch en daardoor statisch
B
Homerus was een van de belangrijkste schrijvers in de griekse tijd
C
De kleuren zijn koel
D
Dit schilderij hoort bij de romantiek

Slide 3 - Quiz

Door de politieke opstanden werden koningen en de Kerk minder machtig en rijk. Ze gaven steeds minder vaak de opdracht tot het maken van kunst. Schilders worden vrij. Ze kunnen nu zelf beslissen wat ze gaan maken. De kunstenaars gaan steeds meer hun eigen heftige gevoelens uitdrukken. De schilderkunst wordt dramatisch. Hoe noemen we deze stijl?

Slide 4 - Open question

Voorbeeld tijdlijn 
Bij de kantlijn: Begin bij 1780 en maak stappen van 10 jaar tot 1920. Je mag steeds een regel overslaan 

Rechts van de kantlijn: komen de kunststromingen. Deze teken je een verticale lijn tussen de jaartallen daaronder schrijf je de stroming met de exacte jaartallen. 

Vanaf het midden van je blad: Gebeurtenissen met 1 jaartal geef je met een stippellijn aan.

Slide 5 - Slide

Neoclassicisme
van 1800 tot 1900
De stijl van de klassieken word opnieuw toegepast
De ordening is meestal symmetrisch en statisch 
De kleuren zijn meestal koel
in de beeldhouwkunst maakt men gladde koele vormen in marmer
Moderne bouwmaterialen worden in klassieke vormen verwerkt
Zet deze stroming in je tijdlijn

Slide 6 - Slide

Romantiek
van 1785 tot 1870
romantiek is een protest tegen het koele zakelijke neoclassicisme
De romantiek werkt vooral op het gevoel
overdreven gebaren en emoties, zoals op het toneel
De liefde voor de natuur speelt een grote rol
Belangstelling voor het verleden 

Zet deze stroming in je tijdlijn

Slide 7 - Slide

Realisme
1854-1880
Het realisme is een reactie op en protest tegen zowel het neoclassicisme als de romantiek
het leven van alledag is het onderwerp
er wordt vooral naar de werkelijkheid gekeken
Geen idealisering geen verheven onderwerpen
Zet deze stroming in je tijdlijn

Slide 8 - Slide

zet deze 14 uitvindingen ook in je tijdlijn. 
1804-Stoomlocomotief 
1830- naaimachine
1851 bouwen met gietijzer
1851 drukpers voor kranten
1881 elektrische trein
1888 fotorolletje
1879 gloeilamp 
1826 eerste foto
1839 eerste trein in nederland
1851 staal
1861 telefoon
1885 auto
1878 grammofoonplaat
1903 vliegtuig 

Slide 9 - Slide

wat is geen kenmerk van neoclassicisme
A
de stijl van de grieken word opnieuw toegepast
B
De stijl van de romijnen word opnieuw toegepast
C
De stijl van de gotiek word opnieuw toegepast
D
de kleuren zijn meestal koel

Slide 10 - Quiz

Wat is geen kenmerk van romantiek
A
de ordening is meestal statisch
B
de liefde voor natuur speelt een grote rol
C
romantiek werkt vooral op gevoel
D
overdreven gebaren en emoties zoals op het toneel

Slide 11 - Quiz

wat is geen kenmerk van realisme?
A
het is een protest tegen neoclassicisme en romantiek
B
het leven van alledag is het onderwerp
C
de liefde voor natuur is erg belangrijk
D
geen idealisering

Slide 12 - Quiz

dramatisch
dynamisch
gevoel
klassieken
nuchter
overdreven
statisch
zakelijk
neoclassicisme
romantiek

Slide 13 - Drag question

wat denk je, zijn sprookjes ontstaan tijdens het neoclassicisme of tijdens de romantiek. Verklaar je antwoord

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

De schilder noemde het schilderij: werkplaats van de schoenmaker. Wat wil de schilder laten zien?
A
de lichtval en de kleuren van de werkplaats
B
de armoede van dit beroep in die tijd
C
de romantische sfeer van de ruimte

Slide 16 - Quiz

Is dit schilderij neoclassicisme, romantiek of realisme? en waarom?

Slide 17 - Open question

Is dit schilderij neoclassicisme, romantiek of realisme? en waarom?

Slide 18 - Open question

Is dit schilderij neoclassicisme, romantiek of realisme? en waarom?

Slide 19 - Open question

noem kenmerken van neoclassicisme

Slide 20 - Mind map

noem kenmerken van romantiek

Slide 21 - Mind map

noem kenmerken van realisme

Slide 22 - Mind map

Maak een foto van de tijdlijn die je vandaag gemaakt hebt.

Slide 23 - Open question