Observeren Signaleren en Rapporteren Les 3- week v 13 feb

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 3 Signaleren & Valkuilen 



Lesduur: 90 min
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 3 Signaleren & Valkuilen 



Lesduur: 90 min

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Energizer: Wat zie je? 

Slide 2 - Slide

Antwoord : vogel en haas 
Energizer: Wat zie je? 

Slide 3 - Slide

Antwoord : Kikker en paard 
Terugblik vorige les- check je kennis! 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Lesdoelen
  2. Algemene planning 
  3. Terugblik vorige les 
  4. Huiswerk bespreken en vragen 

  5. Theorie 1 ''Factoren van invloed''
  6. Theorie 2 ''Valkuilen''
  7. Zelfstandig werken
  8. Lesdoelen check en Afsluiting les
Lesmateriaal/ Boek:
Methodisch begeleiden

Slide 5 - Slide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

Welkom AWR  5 min 
Energizer 5 
Programma doornemen 5
Lesdoelen + planning 5 min 
Terugblik 10 
-----------------------------------------30 min 

Theorie 1 - 20 min 
Theorie 2- 10 min 
-------------------------------------------30 min 


Zelfstandig aan de slag met theorie
------------------------------------------- 20min 

10 min Lesdoelen check

90 min. Totaal 

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- Uitleggen welke factoren een observatie kunnen beïnvloeden.

- Omschrijven welke valkuilen er zijn bij observatie en deze koppelen aan de voorbeelden.

- Uitleggen welke observatiemethoden er zijn (huiswerkbespreking) 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Algemene planning (herhaling vorige les) 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

''Mevrouw kijkt weg dus voelt zich ongemakkelijk''
Welke begrip past hierbij?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Noem een aantal kenmerken die passen bij ''Observeren''

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Het verschil tussen waarnemen en observeren is?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk bespreken
Open Boom onderwijs. Ga naar verwerkingsopdracht 9. We bespreken deze. 
We staan even stil bij de volgende begrippen:
- contextuele observatie

-intervalobservatie
-niet-participerend observeren,
-gestructureerde observatie 
-participerend observeren,
-vrije observatie (ongestructureerd) 
-protocollaire observatie



Slide 11 - Slide

Check ter voorbereiding Methodisch begeleiden Thema 3 

contextuele observatie

is niet de cliënt het middelpunt, maar juist zijn omgeving

intervalobservatie
observeer je op wisselende tijden. Dit doe je aan de hand van je observatiedoel en observatievragen. Je legt vooraf vast wanneer je gaat observeren. Je gebruikt telkens dezelfde middelen en dezelfde methode.

niet-participerend observeren,
 gestructureerde observatie
noem je ook wel extern observeren. Bij deze manier van observeren ben je wel aanwezig in de groep, maar neem je niet deel aan de activiteiten. Je richt je volledig op de observatie
participerend observeren
noem je ook wel intern observeren. Je bent dan actief bezig in de groep, terwijl je meteen ook observeert


vrije  observatie: Bij de vrije observatie werk je zoals altijd met een doel. Maar je observatievragen zijn nog niet concreet.

protocollaire observatie :maak je gebruik van een observatieprotocol en/of observatieschema. In het schema staan de observatiepunten.
Vragenronde? Nog vragen voor we met nieuwe theorie starten? 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte 1 
Pak je pen/papier/laptop erbij voor aantekeningen!!

Houd rekening met elkaar en focus je op de instructie/uitleg!       

LET OP!  GEBRUIK DE BEGRIPPEN VOOR JE MZ WOORDENBOEK
Lesmateriaal/ Boek:
Methodisch begeleiden 
Thema 3.5

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Factoren die je observatie kunnen beïnvloeden

Wanneer je gaat observeren dien je rekening te houden met een aantal factoren die je observatie kunnen beïnvloeden:
 
- Persoonlijke factoren
Vooroordelen, zelfbeeld, iemand observeren die je goed kent, stemming

- Gezondheid van de cliënt 
Lichamelijke gesteldheid beïnvloed het gedrag


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Factoren die je observatie kunnen beïnvloeden


- Verandering in werksituatie
Nieuwe collega, inval-collega’s, andere dagstructuur

- Verandering in de omgeving
Indien onlangs iets op de groep veranderd is, heeft dit invloed op je observatie

-Gebeurtenissen en sfeer in de groep

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nog wakker.... ???
Er staat een taalfout op dit boek.  Welke?

Slide 16 - Slide

Antwoord : 2 x de in de titel van het boek
Theoretische gedeelte 2 
Pak je pen/papier/laptop erbij voor aantekeningen!!

Houd rekening met elkaar en focus je op de instructie/uitleg!       

LET OP!  GEBRUIK DE BEGRIPPEN VOOR JE MZ WOORDENBOEK
Lesmateriaal/ Boek:
Communicatie 
 Thema 2.5

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Valkuilen; 
Zoek de onderstaande begrippen op en werk ze uit!
  1. Wat is het halo-effect? 
  2. Wat is het horn-effect?
  3.  Wat betekent projectie? 
  4. Wat wordt bedoeld met vooroordeel en stereotyperen? 
  5. Wat wordt er bedoeld met diagnosticeren als valkuil? 
  6. Hoe kan je referentiekader van invloed zijn op je waarneming?
  7. Hoe kan je stemming van invloed zijn op je waarneming?
  8. Hoe kan je geheugen van invloed zijn op je waarneming? 
                                     
      Na 20 min bespreken we de uitkomsten. Noteer dit goed voor jezelf in je aantekeningen! 

timer
15:00

Slide 18 - Slide

diagnosticeren - conclusies trekken zonder dat je eigenlijk precies weet hoe en wat. 
 
het halo-effect- een positief punt, alles is positief 
het horn-effect- een negatief punt, alles is negatief
foutief interpreteren- Verkeerde betekenis geeft aan de woorden van een ander

moraliseren- ongevraagd vertellen wat de ander moet doen. 
het hebben van een vooroordeel- mening niet op feiten gebaseerd
Stereotype- vaststaand beeld hebben van groep
Welke valkuil hoort bij de situatie?
  1. Je ziet een cliënt tikken met zijn pen op de tafel. Omdat jij dit ook altijd doet als je zenuwachtig bent, vermoed je dat de cliënt dit ook is.
  2. Je hebt een cursus ADHD gevolgd en de volgende dag lijkt het alsof een stuk meer clienten hiervan kenmerken vertonen
  3. Je hebt met een van je cliënten een hele goede klik. Je ziet daarom vooral de gunstige eigenschappen
  4. Een van de cliënten neemt je vaak in vertrouwen en je hebt door zijn verleden erg met hem te doen. Als zij ongewenst gedrag vertoont, dan interpreteer je dit gedrag vanuit zijn achtergrond.
  5. Een van je cliënten zit echt in je allergie. Hij klaagt en zeurt om alles!
       Dat hij erg goed kan koken en behulpzaam is naar medebewoners zie je niet

Slide 19 - Slide

1. projectie 
2. diagnosticeren 
3. halo-effect
4. vooroordeel/stereotype 
Zelfstandig werken 
Dit betekent: 
- Stilte in de klas
- Fluisteren bij overleg
- Vragen? Steek je hand op!
- Muziek in oortjes mag 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Mijn BOOM onderwijs 
1. Open mijnboomonderwijs licentie  
2. Ga naar - Boek Methodisch begeleiden,  Lees thema  en 3.5  goed door! 

3.  Maak verwerkingsopdracht 10 en 12 
4. Maak leeractiviteit 5&6- zie volgende dia voor de leeractiviteiten. Schrijf de antwoorden op in een WORD document en zorg dat je deze volgende week bij je hebt! 

LET OP deze theorie behandelen we volgende week!!!   NIET AF? HUISWERK! 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Leeractiviteit 5 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leeractiviteit 6 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check 
Kun jij :
  • - Uitleggen welke factoren een observatie kunnen beïnvloeden.
  • - Omschrijven welke valkuilen er zijn bij observatie en deze koppelen aan de voorbeelden.
  • - Uitleggen welke observatiemethoden er zijn (huiswerkbespreking) 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions