This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Uitscheiding
Slide 1 - Slide
Welke vormen van uitscheiding ken je?
Slide 2 - Mind map
Uitscheiding
Slide 3 - Slide
Stofwisselingsprocessen
Het uitscheiden van van stoffen die niet langer bruikbaar zijn of in grote hoeveelheden schadelijk zijn.
Dit gebeurt via uitscheidingsorganen: longen, lever, huid en nieren.
Slide 4 - Slide
Longen
Koolzuurgas en water
soms via slijmvliesbekleding van de ademweg:
Knoflook,alcohol en aceton (diabetes)
Er wordt soms van deze eigenschap gebruik gemaakt bij toedienen medicatie:
Hoestdranken die via slijmvlies taai slijm vloeibaarder maken
Slide 5 - Slide
Lever
galkleurstof aanmaken
gaat via de gal naar de darmen
wordt uitgescheiden met de feces (darm als uitscheidingsorgaan)
Slide 6 - Slide
Huid
Via de zweetklieren aanzienlijke hoeveelheden water en zouten uitscheiding
Slide 7 - Slide
Nieren
Verschillende afvalstoffen zoals:
Ureum dat ontstaat bij afbraak van eiwitten
Slide 8 - Slide
urinewegen
de urinewegen beginnen bij het nierbekken en eindigen bij de plasbuis
de urinewegen maken veel slijm om bacteriën tegen te houden
de urineleider (ureter) brengt de urine van het nierbekken naar de blaas (via peristaltiek)
Slide 9 - Slide
urinewegen
de urineblaas slaat de opgevangen urine op
de blaas is omgeven door de (onwillekeurige) blaasspier,
de binnenkant van de blaas bevat veel slijm
de blaasdriehoek bevat drukgevoeligecellen
Slide 10 - Slide
urinewegen
de urineblaas heeft twee sluitspieren
de inwendige is standaard gesloten en is onwillekeurig
de uitwendige is standaard open en is willekeurig
de uitwendige sluitspier is onderdeel van de bekkenbodem
inwendige kringspier
uitwendige kringspier
Slide 11 - Slide
Benoem twee belangrijke verschillen tussen de urinewegen van vrouwen en mannen
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
Waar liggen de nieren?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Nieren liggen met holle kant naar de wervelkolom
Daar komen de bloedvaten binnen en eruit, en de urineleider verlaat de nier.:
Hilus van de nier
Op de top van elke nier ligt een bijnier. (Klier met inwendige uitscheiding)
Slide 16 - Slide
Wat is de reden dat de nier in een vetmassa ligt?
Slide 17 - Open question
Hoe noemen we een nier die uit zijn plaats wegzakt?
A
Wandelnier
B
Afgezakte nier
C
Verzakking
D
Motornier
Slide 18 - Quiz
Wat is de officiële naam voor de urinebuis?
Slide 19 - Open question
Nier
In het nierschors zitten de glomerulus < dit zijn kluwentjes van haarvaten die zijn opgeborgen in een kapseltje: Bowman.
Slide 20 - Slide
Kapsel van Bowman
Bestaat uit cellen die dubbele wand vormen en een lange, kronkelig verlopende afvoerbuis die uitmondt in het nierbekken.Het kapsel van Bowman vormt samen met de afvoerbuis het nefron.
Een nier bestaat uit miljoenen nefronen.
Slide 21 - Slide
Functie van de nier
In de glomeruli maakt de nier uit het bloed urine met daarin opgelost de schadelijke en onbruikbare stoffen.
Door de bloeddruk wordt dit vocht uit het bloed geperst in de kapseltjes.
Slide 22 - Slide
Productie
Per 24 uur produceren de nieren 180ltr., via de wanden van de
buisjes wordt hier weer 178 ltr terug genomen door de bloedbaan.
De rest 2lttr. komt in het nierbekken en wordt uitgeplast.
Slide 23 - Slide
De hoeveelheid urine in 24 uur is niet voor iedereen en altijd hetzelfde. Welke factoren beïnvloeden de hoeveelheid urine?
Slide 24 - Open question
Oligurie
Anurie
Uremie
Nierdialyse
Verminderde urineproductie
Bijna helemaal geen urineproductie meer
Bloedvergiftiging
Zuiveren van het bloed
Slide 25 - Slide
Incontinentie
Urinelozing
Hypertrofie
Urineretentie
Het niet kunnen ophouden van urine
mictie
Vergroting van de prostaat
Blaas kan zich niet ledigen
Slide 26 - Slide
De belangrijkste uitscheiding van de lever is zout
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Glomeruli zijn haarvaten die opgeborgen zitten in de kapsels van Bowman
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
Al het uit de bloedbaan geperste vocht wordt door de nier uitgescheiden
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quiz
Retentie treedt ondermeer op bij prostaat vergroting
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quiz
Een koliek ontstaat als gevolg van de krachtige peristaltiek van nierbekken en ureters
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quiz
De urineblaas
Ligt in kleine bekken, tegen voorste buikwand, deels achter het schaambeen. Heeft glad sperweefsel en is aan binnekant bekleed met slijmvlies dat bestand is tegen de inwerking van urine. Ureters komen uit in de blaas.
Vlak daarvoor ligt de afvoerbuis van de blaas (urethra)
Slide 32 - Slide
Uitscheiding
Slide 33 - Slide
Blaas
Blaas heeft twee sluitspieren: willekeurig en onwillekeurig.
Onwilekeurige houdt urine op tijdens de slaap.
Slide 34 - Slide
Blaasreflex
De blaas geeft bij ongeveer 300cc het seintje "vol"
Wordt blaas spanning verder opgehoogd zal op een zeker moment automatische lediging volgen
Slide 35 - Slide
Urineleiders (ureters)
Lopen van de nierhilus langs de wervelkom omlaag en komen uit in de blaas
Wand van ureters en het nierbekken bevatten glad spierweefsel dat maakt peristaltiek mogelijk.
Slide 36 - Slide
Peristaltiek
Als de doorgang van een ureter belemmerd wordt door afknelling of een steentje wordt de peristaltiek steeds heftiger.(koliek)
Verminderde doorgankelijkheid treedt stuwing op van de urine boven de afsluiting(dus in het nierbekken)