H1. uitleg fictie en realisme, hw 2 - 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

- Uitleg realisme, fictie, non-fictie en opbouw.

Check

Opdracht 1 

Lesdoelen

- Je kunt het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen.

- Je kunt verschillende voorbeelden van fictie en non-fictie geven.

- Je kunt uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

- je weet hoe de opbouw van een verhaal is.

Fictie

Alle verzonnen verhalen (al is het maar een klein stukje).

Hij of ik?

De hongerspelen

GTST

Non-fictie

Alle verhalen die werkelijk gebeurd zijn.

Algemeen Dagblad

Nieuws

Autobiografie over Dirk Kuijt

Is het verhaal Grensgangers volgens jou fictie of non-fictie? Leg uit.

Realistisch of niet?

Realismelijn

realistisch                     beetje realistisch                  niet-realistisch

kan echt                                                                                   kan niet echt       gebeuren                                                                                    gebeuren

Realistisch

- Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.

- De omgeving lijkt echt.

- Gebeurtenissen kunnen in het echt ook voorkomen.

- Er komen mensen en plaatsen in voor die in het echt ook 

bestaan hebben.

Niet-realistisch

- Mensen doen en zeggen dingen die niet echt kunnen.

- De wereld is verzonnen.

- Gebeurtenissen zijn onwaarschijnlijk.

- Er komen verzonnen wezens of fantasiefiguren in voor.

opbouwschema verhalen

beginsituatie

ontstaan van een probleem

steeds meer moeilijkheden

dieptepunt

langzame verbetering 

slot

Huiswerk

Fictie H1: maken opdracht 4 (1, 2 en 3) en 5.