H1: nakijken LL opdr. 1, uitleg fictie en realisme, hw 2 - 6

- Check huiswerk, kaft, mappenstructuur en methodesite
- Nakijken Lekker Lezen H1: 1
- Herhalen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch
- Hw: Fictie H1 opdracht 2 t/m 6

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Check huiswerk, kaft, mappenstructuur en methodesite
- Nakijken Lekker Lezen H1: 1
- Herhalen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch
- Hw: Fictie H1 opdracht 2 t/m 6

Slide 1 - Slide

Check

- Boekenkaft

- Mappenstructuur Nederlands

- Ingelogd op de methodesite


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen.
- Je kunt verschillende voorbeelden van fictie en non-fictie geven.
- Je kunt uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

Slide 3 - Slide

Nakijken Fictie H1: 1 (blz. 13)
  • 1 Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal? Hoe weet je dat?
  • 2 Waarom dagen de jongen en het meisje Philip uit?
  • 3 Na zijn tweede bezoek aan oma komt Philip het meisje weer tegen. Waarom besluit hij haar te volgen?
  • 6 Zeg met andere woorden: 'Wat is die deur sloom.'
  • 7 Zeg met andere woorden: '... hun ogen als magneten.'
  • 8 Hoe verwacht je dat het verhaal verder gaat?
  • 10 Zou je het boek helemaal willen lezen? Leg uit.

Slide 4 - Slide

Fictie

Alle verzonnen verhalen (al is het maar een klein stukje).

Hij of ik?
De hongerspelen
GTST
Non-fictie

Alle verhalen die werkelijk gebeurd zijn.

Algemeen Dagblad
Nieuws
Autobiografie over Dirk Kuijt

Slide 5 - Slide

Is het verhaal De dubbelganger volgens jou fictie of non-fictie? Leg uit.

Slide 6 - Open question

Realistisch of niet?

Slide 7 - Slide

Realismelijn




realistisch                     beetje realistisch                  niet-realistisch


kan echt                                                                                   kan niet echt       gebeuren                                                                                    gebeuren





Slide 8 - Slide

Realistisch

- Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
- De omgeving lijkt echt.
- Gebeurtenissen kunnen in het echt ook voorkomen.
- Er komen mensen en plaatsen in voor die in het echt ook 
bestaan hebben.
Niet-realistisch

- Mensen doen en zeggen dingen die niet echt kunnen.
- De wereld is verzonnen.
- Gebeurtenissen zijn onwaarschijnlijk.
- Er komen verzonnen wezens of fantasiefiguren in voor.

Slide 9 - Slide

Huiswerk
wo. 17 sept.:
Fictie H1: 1 - 6 (blz. 13-16)

Slide 10 - Slide