Depressie

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij een depressie?

Wat zijn jullie ervaringen in de praktijk?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wanneer nu diagnose?
Depressieve stoornis; sombere stemming en onvermogen van dingen te kunnen genieten (anhedonie) staan voorop


Depressieve stemming; neerslachtigheid ‘lichtere variant van depressie’
Diagnose: minimaal 5 symptomen, waaronder 1 kernsymptoom; gedurende minstens 2 weken.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Somberheid (= kernsymptoom)

Verlies van interesse / plezier / initiatiefverlies (=kernsymptoom)

Gevoelsarmoede
Schuldgevoelens
Minderwaardigheidsgevoelens
Concentratieproblemen

Geremde gedachtegang
Besluiteloosheid
Suïcidaliteit / Suicidegedachten
Schuld/boete 
nihilistische wanen
Angst / wanhoop
verminderde libido
Psychomotore agitatie of remming
Slaapstoornissen / dagschommelingen
Obstipatie
Vermoeidheid / verlies van energie
 Gebrek aan eetlust / overmatig eten



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Kijkopdracht "Black dog"

Welke symptomen die passen bij een depressie heb je voorbij zien komen?

Welke tips uit het filmpje neem jij mee als verzorgende voor jouw cliënten?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vormen van depressie
De vitale depressie
Dysthyme stoornis
Seizoensgebonden depressie
Depressie met psychotische kenmerken
Postpartum depressie
Depressie op oudere leeftijd
De geagiteerde Depressie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Wist je al wat ECT inhield?

Is je beeld van ECT-behandeling veranderd?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van vitale depressie?
A
Normaal slaappatroon en rustige houding
B
Lichamelijke onrust en gestoorde slaap
C
Volledige apathie en gebrek aan emotie
D
Moeite met stilzitten en rusteloosheid

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is kenmerkend voor dysthyme depressie in vergelijking met een gewone depressie?
A
Plotselinge paniekaanvallen
B
Minder ernstige symptomen, maar langduriger
C
Compleet gebrek aan emotie
D
Intense stemmingswisselingen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Manisch-depressieve stoornis (bipolaire)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak
  • Aanleg is de belangrijkste factor.
  • Vaak in samenhang met:
  •  Overmatige geestelijke belasting
  •  Verstoring van de slaap
  •  Conflictueuze omstandigheden
  •  Als pardoxale reactie op een verdrietige gebeurtenis
  •  Als reactie op een positieve levensgebeurtenis
  •  Door somatische aandoening
  •  Drugsgebruik
  •  Gebruik antidepressiva



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Verloop
Kan plotseling ontstaan
Kan ook geleidelijk ontstaan
Duurt onbehandeld meestal enkele weken soms maanden
Duurt meestal korter dan een depressie
Herstel vaak vrij snel
Bipolair > dan snelle omslag naar depressie


*Vaak recidieven
                     (Afhankelijk van kwetsbaarheid / levensstijl /therapietrouw)

*Vaak wel (door cliënt niet herkende) voortekenen ( zie hypomane toestand)
*Juist de wat minder ernstige manie heeft vaak rampzalige gevolgen! Manie kan omslaan in psychose.




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is typerend voor hypomanie?
A
Overactief zijn en veel nieuwe plannen maken.
B
Rustig en ontspannen gedrag vertonen.
C
Passief en weinig interesse tonen.
D
Moeite hebben om beslissingen te nemen.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Zoek in tweetallen uit welke behandeling er helpend is bij iemand met een bipolaire stoornis. 

Welke acties zet jij als verpleegkundige uit? Hoe ga je met iemand om? 

Welke medicatie wordt er ingezet?

Slide 22 - Slide

Acute behandeling van manische of depressieve episode
Vervolgbehandeling om terugval te voorkomen
Tijdig signaleren van ontregelingen / psycho-educatie
Bevorderen therapietrouw

Stemmingsstabilisatoren:
  Lithium
      (merknaam) Priadel, Camcolit, Litarex
  Anti-Epileptica
      (merknaam (o.a) Tegratol, Depakine,Propymal
                                     Oxcarbazpine, trileptal
  Tijdelijk >antidepressivum /antipsychoticum

Cliënt afremmen om te voorkomen dat hij of zij tot onverantwoorde activiteiten komt of dat een overmaat aan activiteiten de manie verder verergert.
Ondersteunen / voorlichten familieleden en andere mensen in de directe omgeving.
Zelfbindingsverklaring = Contractafspraak over behandeling opstellen met de cliënt