Kleidung

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Kaufrausch

=

Kooplust

Doel van de les( das Ziel):

• Je leert woorden die te maken hebben met het thema "Kleidung¨

0

Noem Duitse woorden die met
kleding te maken hebben!

Wat is het duitse woord voor 'de kledingwinkel'

1. der Shop
2. der Winkel
3. das Kleidergeschäft
4. die Einkaufwinkel

Hoe vertaal je 'op de eerste verdieping' in het Duits?

1. im Angebot
2. im ersten Stock
3. am ersten Stock
4. in ersten Floor

Wat is de duitse vertaling van 'aantrekken'?

1. anpassen
2. ziehen
3. antragen
4. anziehen

Wat betekent de zin: "Das ist nicht teuer" ?

1. Dat is niet stoer.
2. Dat is niet duur.
3. Dat is geen stuur
4. Dat is geen garantie.

pinnen in het Duits noem je:

1. mit Pinkarte zahlen
2. mit Bankkarte zahlen
3. mit Bankpas zahlen
4. mit Postkarte zahlen

In het Duits is dit ...

1. eine Pette
2. eine Kappe
3. eine Kleppe
4. ein Kap

Hoe zeg je in het Duits: "Ik zoek een spijkerbroek"?

1. Ich brauche eine Hose.
2. Ich suche eine Jeans.
3. Ich will ein Jeans.
4. Ich möchte eine Jeans

de jurk

1. das Kleid
2. der Rock
3. die Kleidung

de kleren

1. die Kleidung
2. die Farbe
3. die Kleiding
4. die Faren

12 Welke van deze woorden is goed gespeld:

1. markenkleidung
2. marken kleidung
3. Märkenkleidung
4. Markenkleidung

Kies het juiste woord.
Zet in de zin.

Was ist ... von diesem Shirt?

1. der Preis
2. die Kleidung