This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Vandaag:
Herhaling geslacht en genen
Geslachtsgekoppelde overerving in kruisingen
Volgende les:
Geslachtsgekoppelde overerving in een stamboom
Slide 2 - Slide
opdr. 43
'
Bij mensen dus: [46, XX] en [46,XY]
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoe komt geslacht tot stand?
Slide 7 - Slide
Is de persoon van wie deze chromosomen zijn een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
???
Slide 8 - Quiz
Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY.
Een vrouw kan alleen een X doorgeven.
Op het X (en een beetje op Y) liggen ook genen.
Slide 9 - Slide
Is deze persoon een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
???
Slide 10 - Quiz
Aantal chromosomen
Lichaamscellen: 46 chromosomen
Spermacel en eicel smelten samen tot nieuw individu met 46 chromosomen
Dus geslachtscel heeft 23 chromosomen.
Slide 11 - Slide
Je ziet hier een geslachtscel. Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van deze soort?
Slide 12 - Open question
Hoeveel allelen zijn er voor elk gen in deze cel (n= 5)?
Slide 13 - Open question
Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY.
Een vrouw kan alleen een X doorgeven.
Slide 14 - Slide
Een jongen is XY. Dit X chromosoom komt van...
A
De moeder
B
De vader
C
Vader of moeder
Slide 15 - Quiz
Ook het X-chromosoom heeft genen erop liggen.
Slide 16 - Slide
Kleurenblind
Slide 17 - Slide
Kleurenblindheid
Het gen voor roodgroenkleurenblind ligt op het X-chromosoom en is recessief. Vrouw kleurenblind : Vrouw draagster:
Vrouw kleurenziend: Man kleurenblind:
Man kleurenziend:
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Een kleurenziende man en vrouw die draagster is voor kleurenblind willen kinderen. Wat is de kans dat hun zoon kleurenblind is? En hun dochter?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Vrouwen vaak drager.
Zoons van drager zijn aangedaan.
Twee aangedane ouders - aangedane kinderen.
Vader geeft altijd aan dochter. Aangedane moeder zorgt voor aangedane zoons en dochters.
Slide 22 - Slide
Miriam is drager van een allel voor kleuren zien, en een allel wat niet werkt om kleuren te zien (kleurenblindheid). Dit is een X-chromosomale afwijking. Wat kan er in haar geslachtscellen komen?
Slide 23 - Open question
X-recessieve kruising. Moeder is drager.
XA
Xa
XA
XAXA
XAXa
Y
XAY
XaY
Slide 24 - Slide
XA
Xa
XA
XAXA
XAXa
Y
XAY
XaY
Jongens
Meisjes
Heeft de aandoening
Wat is wat in dit schema?
Slide 25 - Drag question
Je hebt een X-gebonden dominante overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Teken het kruisingsschema.
Slide 26 - Open question
Je hebt een X-gebonden dominante overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Hoe groot is de kans dat een dochter de afwijking heeft?
A
100%
B
50%
C
25%
D
33%
Slide 27 - Quiz
Je hebt een X-gebonden recessieve overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Teken het kruisingsschema.
Slide 28 - Open question
Je hebt een X-gebonden recessieve overerving. Zowel de vader als de moeder hebben een X-chromosoom met de afwijking. Hoe groot is hier de kans op een dochter met de afwijking?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%
Slide 29 - Quiz
Stambomen en geslacht gekoppelde eigenschappen
Slide 30 - Slide
Hemofilie in de van oorsprong Britse koninklijke familie
Slide 31 - Slide
Hier zie je een stukje van de stamboom. Hoe ziet het kruisingsschema tussen Alix en Tsar Nicholas II eruit? Teken het.
Slide 32 - Open question
Hier zie je een stukje van de stamboom. Hoe ziet het kruisingsschema tussen Alix en Tsar Nicholas II eruit? Hoe groot is de kans voor elk van de dochters van dit koppel om drager te zijn?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%
Slide 33 - Quiz
Deze denkbeeldige beestjes kunnen gespikkeld of gestreept zijn. Het is een eigenschap die op het X-chromosoom ligt. Vrouwtjes (2, 5) hebben hier twee kopieën van. Mannetjes (1, 3 en 4) maar één. Geef de genotypes van de individuen uit de stamboom.