Verschillende soorten ondernemingen

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 1

Verschillende soorten ondernemingen

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten ondernemingen benoemen
• Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen producten, goederen en diensten
• Aan het einde van de les weet je wat primaire en secundaire behoeften zijn
• Aan het einde van de les weet je welke rechtsvormen er zijn

Wat weet je al over verschillende soorten ondernemingen?

Inleiding tot ondernemingen

• Verschillende soorten ondernemingen
• ZZP-er en freelancer
• Rechtsvormen

Soorten ondernemingen

• ZZP-er: een zelfstandige zonder personeel die werkt in opdracht van diverse bedrijven
• Freelancer: een ander woord voor ZZP-er

Producten, goederen en diensten

• Goederen: tastbare producten zoals laptops, bloemen en kleding
• Diensten: niet-tastbare producten zoals een bioscoopbezoek of het verzorgen van administratie

Kenmerken van goederen en diensten

• Productiebedrijven: ondernemingen die producten maken
• Handelsondernemingen: ondernemingen die producten inkopen en daarna weer verkopen
• Dienstverlenende bedrijven: ondernemingen die diensten verlenen

Soorten bedrijven

• Inleiding tot verschillende soorten bedrijven
• Productiebedrijven
• Handelsondernemingen
• Dienstverlenende bedrijven

Definitielijst

• ZZP-er: een zelfstandige zonder personeel die werkt in opdracht van diverse bedrijven
• Freelancer: een ander woord voor ZZP-er
• Goederen: tastbare producten zoals laptops, bloemen en kleding
• Diensten: niet-tastbare producten zoals een bioscoopbezoek of het verzorgen van administratie
• Productiebedrijven: ondernemingen die producten maken
• Handelsondernemingen: ondernemingen die producten inkopen en daarna weer verkopen
• Dienstverlenende bedrijven: ondernemingen die diensten verlenen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.