H1 Leerdoel 2 H2

Ik kan een lineaire formule aflezen hoe deze verloopt en waar deze start.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ik kan een lineaire formule aflezen hoe deze verloopt en waar deze start.

Slide 1 - Slide

Samenstelling van deze les
  • Uitleg leerdoel aan de hand van succescriteria
  • Check
  • Aan de slag
  • Check
  • Slides met theorie en notatietips


Slide 2 - Slide

Ik kan een lineaire formule aflezen hoe deze 
verloopt en waar deze start.
Succescriteria

Ik kan de begrippen hellingsgetal en startgetal omschrijven.
Ik ken de standaardvorm van een lineaire formule.
Ik kan het startgetal aflezen uit een tabel.
Ik kan het hellingsgetal berekenen met behulp van een tabel.
Ik kan de begrippen stijgend, dalend, horizontaal en verticaal omschrijven.
Ik kan het startgetal en hellingsgetal aflezen uit een formule.
Ik kan aan een lineaire formule zien welke grafiek hierbij hoort.

Slide 3 - Slide

Lineaire formule
De standaardvorm van een lineaire formule: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.

Waarbij
a = hellingsgetal (stapgrootte)
b = startgetal (begingetal)
 y = a x + b

Slide 4 - Slide


Wat is het startgetal? 
A
0
B
0,5
C
8
D
5

Slide 5 - Quiz




Wat is het startgetal? 
A
3
B
0
C
5
D
23

Slide 6 - Quiz

Werken met formules
Voorbeeld

Het gegeven functievoorschrift is y = 3x + 2

Bereken x = 2.
y = 3 · 2 + 2 
   = 6 + 2   
   = 8
Dus x= 2 invullen in de formule geeft  y = 8.

Hellingsgetal = 3 (stijgende lijn)
Startgetal = 2

Slide 7 - Slide

Formules van lijnen
Een lineaire formule heeft altijd de standaardvorm:
Waarbij a het hellingsgetal is (stapgrootte).
Het hellingsgetal geeft de richting aan van de grafiek. 





a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
y = a x + b

Slide 8 - Slide

Formules van lijnen
Een lineaire formule heeft altijd de standaardvorm:


Waarbij b het startgetal is (begingetal).
De grafiek snijdt de verticale as in 
het punt (0, b).





y = a x + b

Slide 9 - Slide

Formules van lijnen
Loopt een lijn evenwijdig met de y-as, 
dan is het een verticale lijn.

Een verticale lijn heeft geen startgetal en geen hellingsgetal. 


De formule van een verticale lijn: 

evenwijdig = parrallel = dezelfde richting
 x = c 

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak
opgaven: 9, 10, 11, 13, 15, 16
Je mag altijd meer maken:   ondersteuning: 14, O11, O13, S3, S4      uitdaging: U1, U2,

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van opgave 13 via de volgende slide

Slide 11 - Slide


Maak opgave 13
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik kan bij een lineair verband het hellingsgetal en het startgetal vinden.

Slide 12 - Open question


Maak opgave 16
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik kan bij een formule vaststellen of er een stijgende, dalende, horizontale of verticale lijn bij hoort.

Slide 13 - Open question


Leerdoel 2a
Ik kan bij een lineair verband het hellingsgetal en het startgetal vinden.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 14 - Quiz


Leerdoel 2b
Ik kan bij een formule vaststellen of er een stijgende, dalende, horizontale of verticale lijn bij hoort.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 15 - Quiz


Schrift controle
Upload een foto van je uitwerkingen van leerdoel 2.
Maak een foto per blz. (indien mogelijk), met een maximum van 5 foto's.

Slide 16 - Open question