This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Welcome
You will need: Notebook and a pen
Slide 1 - Slide
Dec 11th: Unit 1 project deadline OneNote
Dec 16th: REP Unit 3+4
Dec 23rd: Deadline poster invention project
Jan 14th: Deadline Bookreport/Bookflix
PLANNING
Slide 2 - Slide
Unit 4 - Inventions
writingskills
Slide 3 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
Een deel van het opdracht bestaat uit het zelfstandig schrijven van de e-mail tijdens de les en een deel bestaat uit het maken van een poster in tweetallen over jullie uitvinding.
ASSIGNMENT:
Slide 4 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
You recently saw an advertisement of a contest for ‘Young Inventors’ on Instagram. You think you have a good chance of winning the contest with your new invention, so you decide to write an e-mail in which you sign up and tell everything the judges need to know about your invention and why you will be the perfect candidate for this.
ASSIGNMENT:
Slide 5 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
- You are allowed to use a dictionary (woordenboek);
- You must use 150-250 words;
- You must use a proper structure as well.
Make sure you include all of the following points in your e-mail: Who are you? What is your invention? How does it work? Why are you going to be a good candidate?
ASSIGNMENT:
Slide 6 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
STRUCTURE:
To: het e-mailadres van de ontvanger
Subject: het onderwerp van jouw e-mail
Slide 7 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
STRUCTURE:
Start van jouw e-mail:
Ken je de persoon? Ken je de persoon niet?
Dear Mr Williams (meneer), Dear Sir or Madam,
Ms Williams (mevrouw),
Slide 8 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
STRUCTURE:
Verhaal van jouw e-mail:
Schrijf de aangegeven onderdelen uit in miniaal 3 alinea's en gebruik daar tussen wit-regels.
Alinea 1: Inleiding / Wie ben je / Waarom mail je?