Week 49: Salut, ça va?

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Doel en planning

Vandaag ga je bezig met gesprekjes (phrases-clés) in het Frans.

Je kunt straks een simpel gesprek voeren.

Als oefening maak je opdr. 32 en 33 en kijk je filmpjes.

https://youtu.be/atNkI6QFZ50

Wat betekent "Bonjour"

1. Bedankt
2. Tot ziens
3. Goedendag
4. Welkom

In plaats van "Bonjour" kun je ook "Salut" zeggen.

1. Vrai (waar)
2. Faux (niet waar)

Hoe zeg je in het Frans "Bedankt" ?

1. Bonjour
2. Bienvenue
3. Comment ça va ?
4. Merci

  Regarde la vidéo 

Schrijf in je schrift: waar gaat het over? 
Noteer woorden die je herkent.

Et toi?
Comment tu t'appelles? 

Opdracht 32 en 33 in je boek!

Sinterklaas est...

1. Vieux
2. Jeune

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

Le cheval de saint nicolas s'appelle...

1. Amigo
2. Copain
3. Amerigo
4. Peerdje

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

Saint-Nicolas, il habite où?

1. Utrecht
2. Amsterdam
3. Madrid
4. érgens in Spanje

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

L'anniversaire de Saint-Nicolas est le...

1. 10 maart
2. 19 december
3. onbekend
4. 5 december

Son métier

1. Dominee
2. Priester
3. Bisschop
4. Pastoor