extra oefenen deze,die,dit,dat

oefenen
deze, die dit,dat
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefenen
deze, die dit,dat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wil je ...... appel? (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 3 - Quiz

Zij speelt met ...... meisje (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 4 - Quiz

Ik heb les in ...... lokaal. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 5 - Quiz

Ik ging vroeger naar ....... school ( veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 6 - Quiz

Ik hou van .......film. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 7 - Quiz

.......tafel is groot. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 8 - Quiz

Wil je ......T-shirt kopen? (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 9 - Quiz

Mijn tante lust .....soep niet. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 10 - Quiz

Ik kies ..... koekje. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 11 - Quiz

...... is onze school. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 12 - Quiz

.....zijn interessante boeken. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 13 - Quiz

....is mijn moeder. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 14 - Quiz

......is mijn vader. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 15 - Quiz

Is .... computer van jou? (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 16 - Quiz

Is ... jouw tas? (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 17 - Quiz

Is .... mijn boek? (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 18 - Quiz

...... is mijn boek. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 19 - Quiz

.... schoenen zijn mooi. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 20 - Quiz

.... rok is lang. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 21 - Quiz

Ik maak soep in .... pan. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 22 - Quiz

..... is mijn zoon. (dichtbij)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 23 - Quiz

..... zijn mijn kinderen. (veraf)
A
deze
B
die
C
dit
D
dat

Slide 24 - Quiz