oefenen toets thema 1 A2

oefenen toets thema 1 A2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

oefenen toets thema 1 A2

Slide 1 - Slide

Ik ga volgende maand...
A
doen
B
verhuizen
C
jij

Slide 2 - Quiz

Ik wil een koekje
A
willen
B
bedenken
C
eten

Slide 3 - Quiz

dit - dat
dichtbij: ... is mijn boek.
A
dit
B
dat

Slide 4 - Quiz

dit - dat
dichtbij: ... is mijn laptop.
A
dit
B
dat

Slide 5 - Quiz

dit - dat
ver weg: ... is mijn auto.
A
dit
B
dat

Slide 6 - Quiz

Ik lees en ik luister muziek.
Ik doe twee dingen ...
A
hetzelfde
B
tegelijk

Slide 7 - Quiz


A
Er is een huis.
B
Er is twee huizen.
C
Er zijn twee huizen.

Slide 8 - Quiz


A
Er is een bushalte.
B
Er zijn een bushalte.
C
Er zijn twee bushaltes.

Slide 9 - Quiz


A
Er is een bad.
B
Er is geen bad.
C
Er zijn geen bad.

Slide 10 - Quiz

Ik wil graag verhuizen... ik wil een huis met een tuin.
A
dus
B
want

Slide 11 - Quiz

Mijn opa is 81 jaar ... mijn oma is 79 jaar.
A
en
B
dus

Slide 12 - Quiz

Ik ga met de bus naar school... het regent.
A
want
B
dus
C
en

Slide 13 - Quiz

Mijn tante is ziek... ze neemt medicijnen.
A
want
B
dus

Slide 14 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden
De stoel is wit. De witte stoel
Het kleed is dik. Het dikke kleed.
De tafel is laag. De lage tafel. 
Het kind is lief. Het lieve kind.

Slide 15 - Slide

Jij bent...

Slide 16 - Mind map

De les is...

Slide 17 - Mind map

De woonkamer is...

Slide 18 - Mind map

De kast is groot.
De ... kast.

Slide 19 - Open question

De tafel is van hout.
De ... tafel.

Slide 20 - Open question

De ogen zijn bruin.
De ... ogen.

Slide 21 - Open question

De ketting is mooi.
De ... ketting.

Slide 22 - Open question

... u het bericht?
A
Begrijp
B
Begrijpt
C
Begrijpen

Slide 23 - Quiz

... je Nederlands?
A
Spreek
B
Spreekt
C
Spreken

Slide 24 - Quiz

Ik ... een afspraak met de tandarts.
A
maak
B
maakt
C
maken

Slide 25 - Quiz

De kinderen ... in bed.
A
lig
B
ligt
C
liggen

Slide 26 - Quiz

Schrijf het meervoud.
bericht

Slide 27 - Open question

Schrijf het meervoud.
knop

Slide 28 - Open question

Schrijf het meervoud.
scherm

Slide 29 - Open question