Blok 2 Spelling

Goedemorgen toppers!

Kort rooster vandaag! 
Nederlands
Meneer Bakker 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen toppers!

Kort rooster vandaag! 
Nederlands
Meneer Bakker 

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les:

- de persoonsvorm in tegenwoordige tijd goed schrijven

- heb je geoefend met met werkwoordspelling!

Slide 2 - Slide

Wat kan er zo moeilijk zijn aan werkwoordspelling?

Slide 3 - Slide

Iedereen aanwezig?

Slide 4 - Slide

Wat is ook alweer de stam van een werkwoord? Vertel wat je nog weet.

Slide 5 - Open question

Wat is ook alweer de ik-vorm van een werkwoord? Vertel wat je nog weet.

Slide 6 - Open question

Bespreken en maken

Slide 7 - Slide

Stam
 De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 8 - Slide

Theorie blz 29 
Als je het werkwoord goed wilt schrijven, begin je bij de stam. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder '-en'

De stam lijkt heel vaak op de ik-vorm!

Slide 9 - Slide

De stam van schrijven is.......

Slide 10 - Open question

De stam van gooien is......

Slide 11 - Open question

Dus


De stam van een werkwoord vind je door

-en

van het werkwoord weg te halen.

Slide 12 - Slide

De ik-vorm is ietsje anders

  • Je eindigt niet met een dubbele medeklinker

  • Je eindigt niet met een -v

  • Je eindigt niet met een -z

  • Bij een lange klank komt er een letter bij

Slide 13 - Slide

De ik-vorm is ietsje anders

  • Bijvoorbeeld kloppen ->  klopp -> ik klop

  • Schrijven ->  schrijv  -> Ik schrijf

  • Blazen ->  blaz  -> Ik blaas 

  • Bij een lange klank komt er een letter bij. Maken -> mak -> ...?

Slide 14 - Slide

Bij welke werkwoorden is de stam niet(!) hetzelfde als de ik-vorm?

Slide 15 - Mind map

Hele werkwoord
(Infinitief)
Stam
Ik-vorm
Zitt
Lop
Werken
Rennen
Loop
Schrijven
Praten
Zing
Vlieg

Slide 16 - Drag question

Aan de slag!
Oefeningen online!
timer
15:00
25 tot en met 28!
Kom je er niet uit? Lees ook de theorie of steek je vinger op!

Slide 17 - Slide

spelling 1.7. 
Lees de uitleg op bladzijde 31.
maak daarna de volgende twee learningapps.

Slide 18 - Slide

Nog niet klaar? Morgen verder!

Slide 19 - Slide

spelling 1.8. 
Lees de uitleg op bladzijde 32.

Slide 20 - Slide

Afsluiting werkwoorden
Wat is de juiste vorm? 

  1. Hij ..(kopen..
  2. Ik ..(geven)..
  3. Hij ..(schrijven)..

Slide 21 - Slide

Afsluiting spelling
Wat is de juiste manier van schrijven? 

  1. Hij ..(kopen..
  2. Ik ..(geven)..
  3. Hij ..(schrijven)..

Slide 22 - Slide

Hoe lastig vind je de werkwoordspelling in tegenwoordige tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll