0efenexamen be

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Veerman bv onderzoekt de mogelijkheid om een obligatielening af te sluiten. Tot welke vermogensvorm behoort een obligatielening?
A
korstondig tijdelijk vermogen
B
langdurig tijdelijk vermogen
C
permanent vermogen

Slide 2 - Quiz

Veerman bv wil het computernetwerk vervangen.
Welke vermogensvormen zijn geschikt om het computernetwerk te vervangen? Noteer de twee antwoorden die goed zijn.
A
banklening
B
factoring
C
leasing
D
rekening courant krediet

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Stel dat Veerman bv ervoor kiest om aan het begin van 2018, 2019 en 2020 telkens één machine aan te schaffen.
Wat is in dat geval de vermogensbehoefte na de aanschaf van de derde machine aan het begin van 2020?
Noteer je antwoord.

Slide 5 - Open question

Stel dat Veerman bv ervoor kiest om de drie machines in één keer aan te schaffen aan het begin van 2018.
Wat is in dat geval de vermogensbehoefte aan het begin van 2020?
Noteer je antwoord.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

wat is de verwachte gemiddelde voorraad?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

wat ishet werkkapitaal van 31 december 2017?

Slide 10 - Open question

wat is de quick ratio per 31-12-2017? (1 decimaal)

Slide 11 - Open question

De directie van Veerman bv vindt de quick ratio van de onderneming doorgaans niet voldoende.
Hoe kan de quick ratio worden verbeterd?
A
kredietduur crediteuren vergroten
B
kredietduur crediteuren verkleinen
C
opslagduur voorraden vergroten
D
opslagduur voorraden verkleinen

Slide 12 - Quiz

wat is de debtratio per 31-12-2017? (1 decimaal)

Slide 13 - Open question

wat is het solvabiliteitspercentage op 31-12 als ev/vv? (1 decimaal)

Slide 14 - Open question

De directie van Veerman bv vindt de debt ratio niet goed. Hoe kan de debt ratio in de toekomst worden verbeterd?
A
door de winst toe te voegen aan de reserve
B
door de winstreserve om te zetten in aandelenkapitaal
C
door lvv om te zetten in eigen vermogen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

wat is het gemiddelde eigen vermogen van 2017?

Slide 17 - Open question

Wat is de rentabiliteit van het eigen vermogen na aftrek van vennootschapsbelasting over 2017?
Noteer je antwoord en rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 18 - Open question

wat is rentabiliteit van het totale vermogen?

Slide 19 - Open question

In 2016 was bij Veerman bv de rentabiliteit bij van het eigen vermogen vóór aftrek van vennootschapsbelasting 31,8%. In 2016 was de rentabiliteit van het totale vermogen 10,6%.
Wat was in 2016 het hefboomeffect?
Noteer je antwoord op één decimaal en geef aan of het een positief of negatief rendement was.

Slide 20 - Open question

wat is de cashflow in 2017?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

wat is het saldo van de liquide middelen op 1-5-2018?

Slide 23 - Open question

hoeveel heb je ontvangen van de debitereuren in mei?

Slide 24 - Open question

heb je nogmeer ontvangen in mei?
A
ja
B
nee
C
pfff

Slide 25 - Quiz

zo ja, wat dan?

Slide 26 - Open question

doe je iets met afschrijvingskosten op de liquiditeitsbegroting?
A
nee
B
ja
C
houd op,niet weer

Slide 27 - Quiz

wat zijn de bedrijfskosten in mei?

Slide 28 - Open question

wat betaal je aan crediteuren in mei?

Slide 29 - Open question

resultatenbegroting:
wat is de omzet in mei?

Slide 30 - Open question

wat is de inkoopwaarde in mei?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide