Samenwerken met het team, de cliënt en zijn netwerk.

Samenwerken & overleg
1 / 45
next
Slide 1: Slide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Samenwerken & overleg

Slide 1 - Slide

Leerplandoelstellingen
34. De lln maken afspraken aangaande de uitvoering van de hulpvraag.
35- 36 - 37 Efficiënte communicatie in teamoverleg.
38. Bijdragen tot de continuïteit van de zorg
39. Meewerken in interdisciplinair team aan preventieve acties.

Slide 2 - Slide

34. De lln maken afspraken aangaande de uitvoering van de hulpvraag.
Leren hoe samen te werken met collega's, zorgvragers en ev andere betrokkenen. Afspraken maken over de uitvoering van een hulpvraag:
-hulpvraag analyseren
-overleg plegen
-concrete afspraken maken
-duidelijkheid scheppen
⁻evalueren

Slide 3 - Slide

Verschillende namen voor plannen in zorg en welzijn
Hieronder zie je de diverse plannen die binnen zorg en welzijn gebruikt worden:
a. zorgplan (gaat over de precieze invulling van de zorg die gegeven wordt. bv ziekenhuis)
b. zorgleefplan  (voornamelijk gebruikt bij de ouderenzorg)
c. ondersteuningsplan  (gehandicaptenzorg)
d. revalidatieplan ( gebruikt in revalidatiecentra)
e. begeleidingsplan ( Cliënten in de maatschappelijke zorg) 
f. behandelplan (psychiatrie en jeugdzorg)
g. handelingsplan (speciaal onderwijs)
h. hulpverleningsplan. (gesloten jeugdzorg)








Slide 4 - Slide

Welke naam van plan, om de zorgvraag te analyseren ken je?

Slide 5 - Open question

-hulpvraag analyseren: Wat is precies de nood van de zorgvrager? Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het (behandel)plan in het interdisciplinair team.
-overleg plegen: Bespreking in team en met de familie hoe de zorg het best wordt uitgevoerd.
-concrete afspraken maken: Wie doet wat, wanneer en hoe? Dit kan gaan over takenverdeling, gebruik van hulpmiddelen, communicatie met de zorgvrager.
-duidelijkheid scheppen:  Afspraken worden helder geformuleerd zodat iedereen weet wat verwacht wordt.

Slide 6 - Slide

evalueren: soms verandert een situatie en dan moeten afspraken worden bijgestuurd.

Kortom, het gaat om professioneel samenwerken en duidelijke communicatie. Zodat de zorgvrager de best mogelijke ondersteuning krijgt.


Slide 7 - Slide

Waarom is het analyseren van de hulpvraag belangrijk?
A
Om snel te handelen
B
Om de hulpvraag goed te begrijpen
C
Om kosten te besparen
D
Om fouten te voorkomen

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste rol van overleg met betrokkenen?
A
Informatie geven zonder afspraken
B
Het maken van duidelijke afspraken
C
Het bepalen van wie de schuld krijgt
D
Het uitstellen van de uitvoering

Slide 9 - Quiz

Wat houdt het bijsturen van afspraken in?
A
Afspraken vastleggen zonder wijzigingen
B
Afspraken geheim houden
C
Afspraken annuleren bij problemen
D
Afspraken aanpassen als de situatie verandert

Slide 10 - Quiz

Wat is geen naam voor een plan in de zorg en welzijnssector?
A
Hulpverleningsplan
B
Revalidatieplan
C
Grondplan
D
Ondersteuningsplan

Slide 11 - Quiz

35- 36 - 37 Efficiënte communicatie in teamoverleg.
-een respectvolle houding, luisteren en samenwerken
-bespreken van de algemene zorg van de cliënt in team
-verwoorden van de bezorgdheden en noden van de cliënt en /of zorgverleners bij de besluitvorming van het interdisciplinair team.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Soorten overlegvormen
Werkbespreking: direct met werk te maken, vaak aan begin van de dienst, wie doet wat
Werkoverleg/teamoverleg: werk in het algemeen, roosters, veranderingen, samenwerking
Client/Patiëntenoverleg: over de hulp/zorg die een client/patiënt krijgt, gaat dat goed of zijn er aanpassingen nodig
Overdracht: dienst van de ene naar de ander, bijzonderheden

Slide 14 - Slide

35:De leerlinge, onderhouden een efficiente communicatie met andere zorgverleners om zorgoverdracht te optimaliseren waarbij ze een respectvolle houding aannemen, luisteren en samenwerken met de andere teamleden. 
Verklaring: De leerlingen leren goed communiceren met andere zorgverleners (zoals collega-verzorgenden, verpleegkundigen, artsen) om informatie correct door te geven. Dit is belangrijk voor een goede zorgoverdracht. Ze leren respectvol te praten, goed te luisteren en samen te werken met het team.

Slide 15 - Slide

Een goede samenwerking begint met een duidelijke en respectvolle communicatie. Dit betekent dat je actief luistert naar collega’s, informatie correct doorgeeft en openstaat voor feedback. Een goede communicatie zorgt ervoor dat de zorg vlot verloopt en dat fouten worden vermeden.
Hoe kunnen doen we dit?
Actief luisteren: Oogcontact maken, knikken en samenvatten wat de ander zegt. Dit toont respect en zorgt ervoor dat je de boodschap goed begrijpt.
Duidelijk spreken: Gebruik korte en heldere zinnen zonder moeilijke woorden. Spreek rustig en duidelijk.
Respect tonen: Laat anderen uitspreken, vermijd een harde toon en gebruik een positieve houding.
Informatie correct doorgeven: Gebruik de SABRR methode om medische en zorginformatie correct door te geven.
Goed samenwerken: Toon betrokkenheid en help collega’s waar nodig. Vermijd roddels en conflicten en los problemen samen op.


Slide 16 - Slide

De SBARR methode staat voor:
Situatie: Wat is er aan de hand?
Bijvoorbeeld: “Mevrouw Janssen is erg verward en herkent haar familie niet meer.”
Background (Achtergrond): Wat is de medische voorgeschiedenis of belangrijke informatie?
Bijvoorbeeld: “Ze heeft dementie en gisteren had ze koorts.”
Assessment (Beoordeling): Wat denk je dat het probleem is?
Bijvoorbeeld: “Mogelijk een infectie die de verwardheid erger maakt.”
Recommendation (Aanbeveling): Wat stel je voor?
Repeat: (herhaal): Ter dubbelcheck, goed begrepen?
Bijvoorbeeld: “Kan de arts haar onderzoeken en kijken of ze antibiotica nodig heeft?”
-> -> Deze methode zorgt ervoor dat zorgverleners snel en duidelijk de juiste informatie krijgen,             zonder onnodige details.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Waarom is goede communicatie belangrijk in de zorg?
A
Om sneller klaar te zijn met het werk
B
Om fouten te verminderen en goede zorg te geven
C
Om discussies te vermijden
D
Om te tonen dat je veel weet

Slide 19 - Quiz

Wat is een goede manier om te luisteren naar collega's?

A
Alleen knikken en doen wat je zelf denkt
B
Oogcontact maken en samenvatten wat de ander zegt
C
Je eigen mening meteen geven
D
Wegkijken als iemand spreekt

Slide 20 - Quiz

Wat betekent ‘zorgoverdracht?
A
Het doorgeven van informatie over een cliënt aan collega’s
B
Het veranderen van de zorgregels
C
Het verplaatsen van een cliënt
D
Het beëindigen van de zorg

Slide 21 - Quiz

Hoe toon je respect naar collega’s?

A
Niet naar hen kijken tijdens een gesprek
B
Altijd ja zeggen
C
Rustig praten en naar elkaar luisteren
D
Geen vragen stellen

Slide 22 - Quiz

Wat is een belangrijk onderdeel van samenwerking?

A
Alles zelf beslissen
B
Open en duidelijk communiceren
C
Anderen onderbreken om sneller klaar te zijn
D
Alleen je eigen taken uitvoeren

Slide 23 - Quiz

36; De leerlingen bespreken de algemene zorg van de client met andere zorgverleners (arts, verpleegkundige, interdisciplinair team.
Verklaring: De leerlingen bespreken de zorg van de cliënt met andere zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen en het interdisciplinair team. Ze leren hoe ze relevante informatie delen, zodat iedereen weet wat de cliënt nodig heeft.

Slide 24 - Slide

Om een goede zorg te bieden, is het belangrijk dat alle betrokken zorgverleners goed geïnformeerd zijn. Dit betekent dat verzorgenden, verpleegkundigen, artsen en andere teamleden overleggen over de situatie van de cliënt.
Hoe kunnen we dit doen?
Let goed op veranderingen: Merk je dat een cliënt meer pijn heeft, verward is of anders eet? Noteer dit en bespreek het.
Gebruik objectieve informatie: Zeg niet “De cliënt voelt zich slecht,” maar “De cliënt heeft vandaag drie keer gehuild en wil niet eten.”
Praat met collega’s: Bespreek belangrijke zaken bij de overdracht of in het teamoverleg.
Wees professioneel: Bespreek de zorg van een cliënt alleen met collega’s en niet met mensen die niets met de zorg te maken hebben. Respecteer het beroepsgeheim.
Gebruik duidelijke taal: Geen medische termen als het niet nodig is, maar spreek correct en begrijpbaar.


Slide 25 - Slide

Met wie kan je de zorg van een cliënt bespreken?

A
Alleen met de cliënt
B
Enkel met de verpleegkundige
C
Met alle betrokken zorgverleners
D
Met de familie zonder toestemming

Slide 26 - Quiz

Wat is een belangrijk onderwerp in een zorgoverleg?

A
De persoonlijke hobby’s van de verzorgenden
B
Hoe de cliënt zich voelt en welke zorg nodig is
C
Hoeveel pauze je mag nemen
D
Hoe laat je klaar bent met werken

Slide 27 - Quiz

Wat moet je doen als je iets belangrijks merkt bij een cliënt?

A
De informatie correct doorgeven aan het team
B
Alleen tegen collega’s praten in de pauze
C
Niets zeggen en afwachten
D
Alleen zelf proberen op te lossen

Slide 28 - Quiz

Wie beslist uiteindelijk over de zorg van een cliënt?

A
De cliënt en de familie
B
Het interdisciplinair team
C
De verzorgende alleen
D
De poetsdienst

Slide 29 - Quiz

Waarom is overleg met collega’s belangrijk?

A
Om sneller klaar te zijn
B
Om fouten te vermijden en goede zorg te geven
C
Om niet zelf te moeten nadenken
D
Om te tonen dat je de beste bent

Slide 30 - Quiz

37. De leerlingen verwoorden de bezorgdheden en noden van de cliënten en of zorgverleners bij de besluitvorming van het interdisciplinair team.
Verklaring: De leerlingen leren hoe ze de zorgen en behoeften van de cliënt of zorgverleners kunnen verwoorden binnen een interdisciplinair team. Dit helpt bij het nemen van beslissingen over de zorg.

Slide 31 - Slide

Als verzorgende ben je vaak het eerste aanspreekpunt voor de cliënt. Jij merkt als eerste als er iets mis is. Het is jouw taak om deze bezorgdheden door te geven aan het interdisciplinair team.
Hoe kunnen leerlingen dit doen?
Observeer goed: Kijk en luister naar de cliënt. Zijn er veranderingen in gedrag, eetlust, emoties of beweging?
Wees eerlijk en duidelijk: Spreek zonder emoties en gebruik feiten. In plaats van “Ik denk dat de cliënt ongelukkig is,” zeg je: “De cliënt eet niet en slaapt slecht.”
Toon empathie: Begrijp de gevoelens van de cliënt en breng die respectvol over aan het team.
Gebruik de juiste kanalen: Bespreek problemen in teamvergaderingen of met de verantwoordelijke verpleegkundige, niet zomaar met iedereen.
Geef ook de positieve zaken door: Niet alleen problemen bespreken, maar ook aangeven wat goed gaat bij de cliënt.

Slide 32 - Slide

Wat is een interdisciplinair team?
Een interdisciplinair team bestaat uit verschillende zorgverleners die samenwerken om de beste zorg voor een cliënt te geven. Dit kunnen zijn: verzorgenden, verpleegkundigen, artsen, kinesisten, ergotherapeuten, psychologen, en maatschappelijk werkers. Ze overleggen samen om te zorgen dat de cliënt de juiste zorg krijgt.


Slide 33 - Slide

Wat betekent ‘de noden van de cliënt verwoorden’?

A
Zeggen wat jij denkt dat goed is
B
Luisteren naar de cliënt en zijn/haar behoeften duidelijk maken
C
Zelf beslissen zonder overleg
D
Zeggen dat alles in orde is

Slide 34 - Quiz

Wanneer moet je bezorgdheden van een cliënt bespreken?

A
Zodra je merkt dat er een probleem is
B
Alleen als de cliënt erom vraagt
C
Alleen tijdens een vergadering
D
Nooit, want dat is de taak van de verpleegkundige

Slide 35 - Quiz

Hoe kan je een probleem van een cliënt goed uitleggen aan een collega?

A
Alleen vertellen wat jij belangrijk vindt
B
Wachten tot iemand anders erover begint
C
Duidelijke en korte informatie geven
D
Heel gedetailleerd en uitgebreid praten zonder pauzes

Slide 36 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een bezorgdheid die je moet melden?

A
De cliënt is verward en drinkt weinig
B
De cliënt heeft een andere kleur sokken aan
C
De cliënt kijkt graag tv
D
De cliënt heeft een nieuwe hobby

Slide 37 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat een interdisciplinair team samen beslist?
A
Zodat iedereen zich betrokken voelt
B
Om te zorgen dat de zorg aangepast is aan de cliënt
C
Omdat alleen de arts geen beslissingen mag nemen
D
Omdat het verplicht is

Slide 38 - Quiz

38. De leerlingen dragen bij tot de continuïteit van de interdisciplinaire zorgverlening of de interdisciplinaire samenwerking in het kader van de zorgprocessen.
Verklaring:
Continuïteit van zorg betekent dat de cliënt altijd de juiste zorg krijgt, zonder onderbrekingen. Dit is belangrijk omdat cliënten vaak door verschillende zorgverleners geholpen worden (bv. artsen, verpleegkundigen, kinesisten, verzorgenden). Een goede samenwerking tussen alle teamleden zorgt ervoor dat de zorg doorloopt en afgestemd blijft op de noden van de cliënt.

Slide 39 - Slide

Hoe kunnen we dit doen?

Correcte overdracht: Geef alle nodige informatie door bij de wissel van de shift. Dit kan mondeling of via het zorgdossier.
Goede observatie: Let op veranderingen bij de cliënt en meld deze tijdig.
Samenwerken met collega’s: Overleg met andere zorgverleners als er onduidelijkheden zijn.
Respecteren van het zorgplan: Volg de gemaakte afspraken zodat alle teamleden op dezelfde manier werken.
Gebruik van SBAR-methode: Om correcte en duidelijke informatie te geven aan collega’s.


Slide 40 - Slide

39. De leerlingen werken mee in het interdisciplinair team van de preventie-acties.
Verklaring:
Preventie-acties zijn maatregelen om gezondheidsproblemen te voorkomen of te beperken. Het interdisciplinair team werkt samen om cliënten te beschermen tegen ziekten en complicaties.

Slide 41 - Slide

Hoe kunnen we hieraan meewerken?

-Cliënten informeren over hygiëne, beweging en voeding.
-Goed observeren of er risico’s zijn (bv. een cliënt met evenwichtsproblemen die geen hulpmiddel gebruikt).
-Samenwerken met het team om preventie-acties correct uit te voeren.
-Melden van risico’s zoals slecht schoeisel of beginnende doorligwonden.
-Voorbeeldfunctie tonen door zelf correct met hygiëne en veiligheid om te gaan.

Slide 42 - Slide

Welke preventie-acties zijn er?

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Video

Succes op jullie volgende teamvergadering!

Slide 45 - Slide