Week 14 - Hoofdgedachte/onderwerp/samenvatten

Nederlands




door Jolien de Kock
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands




door Jolien de Kock

Slide 1 - Slide

week
onderwerp
11
Tekstverbanden & signaalwoorden
12
Oefenexamen klassikaal
13
Betrouwbaarheid leesteksten
14
Begrippen uit examen
19/20
Examen CE3F 
(zelfstandig werken vooraf)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
-Oefenen met onderwerp, hoofdgedachte en samenvatten.
-Oefenen met begrippen die in CE3F terugkomen.

Slide 3 - Slide

Samenvatten
Een samenvatting is een verkorte versie van een origineel, bijvoorbeeld een tekst, een film of een gebeurtenis. De bedoeling van zo'n vereenvoudiging is om de hoofdpunten van het veel langere onderwerp uit te lichten. Men krijgt hiermee in een korte tijd de kerngedachten ervan weergegeven.

Slide 4 - Slide

Samenvatting in teksten?
Vaak in de inleiding of het slot.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Oefening
Voer in tweetallen een kort gesprek over een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld een hobby of sport). Na twee minuten geeft de luisteraar aan wat de hoofdgedachte is van het gesprek. Wissel daarna van rol.

Slide 9 - Slide

Onderwerp
Heel beknopte samenvatting van een stuk tekst in één of meerdere woorden (geen zin).

Slide 10 - Slide

Onderwerp
Vaak kun je het onderwerp al vinden zonder de tekst in zijn geheel te lezen . Je kunt kijken naar de titel, de eerste alinea, de tussenkopjes en de plaatjes. Meestal heb je dan al een goed beeld van waar de tekst over zal gaan en kun je dit in één of enkele woorden beschrijven.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Overige begrippen uit het examen

Slide 13 - Slide

nuancering
Het gedetailleerder maken van een bepaalde situatie of uitspraak. Wanneer iemand iets nuanceert, belicht hij of zij meerdere dimensies van een bepaalde situatie, waardoor een vollediger beeld van deze situatie ontstaat.

Slide 14 - Slide

onderbouwing
Redenen of argumenten die je ergens voor geeft.

Slide 15 - Slide

de kern
De kernzin bevat de belangrijkste informatie, de kern van wat je wilt zeggen in die alinea.

Slide 16 - Slide

spot/spottend
Het iemand belachelijk maken.

Slide 17 - Slide

weerlegging
Met argumenten aantonen dat iets niet waar is.

Slide 18 - Slide

interpretaties
Eigen uitleg (van wat je waarneemt).

Slide 19 - Slide

aanleiding
Het 'waarom'.

Slide 20 - Slide

Oefening
Neem samen een Facet voorbeeldexamen door en bepaal of er nog begrippen zijn die onduidelijk zijn. Probeer ze samen te verhelderen.

Slide 21 - Slide

Einde van de les
Tot volgende week!

Slide 22 - Slide