Junior Fontanus Frans & Spaans

Junior Fontanus Frans & Spaans
  • Welkom & voorstellen
  • Twee talen: extra leuk!
  • Wie is er weleens in Frankrijk of Spanje geweest?
  • Wie kent er al enkele Franse of Spaanse woorden? 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Junior Fontanus Frans & Spaans
  • Welkom & voorstellen
  • Twee talen: extra leuk!
  • Wie is er weleens in Frankrijk of Spanje geweest?
  • Wie kent er al enkele Franse of Spaanse woorden? 

Slide 1 - Slide

Junior Fontanus Frans
1. Groeten
Woordenlijst:
Bonjour (Goedendag)
Salut (Hallo)
Bonsoir (Goedenavond)
Au revoir (Tot ziens)

Slide 2 - Slide

Junior Fontanus Frans
Oefening:
Herhaal samen met de docent de groeten hardop.
Werk in tweetallen: begroet elkaar op verschillende manieren.
Voorbeeld dialoog:

A: Bonjour !
B: Salut !

Slide 3 - Slide

Junior Fontanus Frans
2. Naam vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: Comment tu t’appelles ? (Hoe heet jij?)
Antwoord: Je m’appelle… (Ik heet…)

Slide 4 - Slide

Junior Fontanus Frans
Oefening:
Luister naar de docent die zichzelf voorstelt.
Werk in tweetallen: stel elkaar voor met Je m’appelle… en vraag Comment tu t’appelles ?.
Voorbeeld dialoog:
A: Bonjour ! Comment tu t’appelles ?
B: Je m’appelle Sophie. Et toi ?
A: Je m’appelle Lucas.

Slide 5 - Slide

Junior Fontanus Frans
3. Leeftijd vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: Quel âge as-tu ? (Hoe oud ben jij?)
Antwoord: J’ai … ans. (Ik ben … jaar oud.)

Slide 6 - Slide

Junior Fontanus Frans
Speel een rollenspel: vraag je partner naar hun leeftijd en antwoord.
Voorbeeld dialoog:

A: Quel âge as-tu ?
B: J’ai 15 ans. Et toi ?
A: J’ai 14 ans.

Slide 7 - Slide

Junior Fontanus Frans
4. Praten over broers en zussen
Woordenlijst en structuren:
Vraag: As-tu des frères ou des sœurs ? (Heb jij broers of zussen?)
Antwoord:
Oui, j’ai un frère / une sœur.
Non, je n’en ai pas. (Nee, ik heb er geen.)

Slide 8 - Slide

Junior Fontanus Frans
Oefening:
Vul een werkblad in met voorbeeldzinnen:
Marie : J’ai deux frères et une sœur.
Lucas : Non, je n’ai pas de frères ou sœurs.
Speel een rollenspel: vraag je partner of ze broers of zussen hebben en antwoord.

Slide 9 - Slide

Junior Fontanus Frans
Oefening:
Vul een werkblad in met voorbeeldzinnen:
Marie : J’ai deux frères et une sœur.
Lucas : Non, je n’ai pas de frères ou sœurs.
Speel een rollenspel: vraag je partner of ze broers of zussen hebben en antwoord.

Slide 10 - Slide

Junior Fontanus Frans
5. Woonplaats vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: Où habites-tu ? (Waar woon jij?)
Antwoord: J’habite à… (Ik woon in…)

Slide 11 - Slide

Junior Fontanus Frans
Oefening:
Où habites-tu ? J’habite à Paris.
J’habite à Amsterdam.
Leerlingen oefenen in tweetallen: stel elkaar de vraag en antwoord met een echte of fictieve woonplaats.

Slide 12 - Slide

Junior Fontanus Frans
Voorbeeld dialoog:

A: Où habites-tu ?
B: J’habite à Marseille. Et toi ?
A: J’habite à Bruxelles.

Slide 13 - Slide

Junior Fontanus Spaans
1. Groeten
Woordenlijst:
Hola (Hallo)
Buenos días (Goedemorgen)
Buenas tardes (Goedemiddag)
Adiós (Tot ziens)

Slide 14 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Oefening:
Herhaal samen met de docent de groeten hardop.
Werk in tweetallen: begroet elkaar op verschillende manieren.
Voorbeeld dialoog:

A: Hola, ¿qué tal?
B: Buenos días, muy bien, gracias.

Slide 15 - Slide

Junior Fontanus Spaans
2. Naam vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: ¿Cómo te llamas? (Hoe heet jij?)
Antwoord: Me llamo… (Ik heet…)

Slide 16 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Oefening:
Luister naar de docent die zichzelf voorstelt.
Werk in tweetallen: stel elkaar voor met Me llamo… en vraag ¿Cómo te llamas?.
Voorbeeld dialoog:
A: Hola, ¿cómo te llamas?
B: Me llamo Ana. ¿Y tú?
A: Me llamo Carlos.

Slide 17 - Slide

Junior Fontanus Spaans
3. Leeftijd vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: ¿Cuántos años tienes? (Hoe oud ben jij?)
Antwoord: Tengo … años. (Ik ben … jaar oud.)

Slide 18 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Speel een rollenspel: vraag je partner naar hun leeftijd en antwoord.

Voorbeeld dialoog:
A: ¿Cuántos años tienes?
B: Tengo 16 años. ¿Y tú?
A: Tengo 14 años.

Slide 19 - Slide

Junior Fontanus Spaans
4. Praten over broers en zussen
Woordenlijst en structuren:
Vraag: ¿Tienes hermanos o hermanas? (Heb jij broers of zussen?)
Antwoord:
Sí, tengo un hermano / una hermana.
No, no tengo. (Nee, ik heb geen.)

Slide 20 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Oefening:

Vul een werkblad in met voorbeeldzinnen:
Ana: Tengo dos hermanas.
Pedro: No, no tengo hermanos.

Slide 21 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Speel een rollenspel: vraag je partner of ze broers of zussen hebben en antwoord.
Voorbeeld dialoog:

A: ¿Tienes hermanos o hermanas?
B: Sí, tengo una hermana. ¿Y tú?
A: No, no tengo.

Slide 22 - Slide

Junior Fontanus Spaans
5. Woonplaats vragen en zeggen
Woordenlijst en structuren:

Vraag: ¿Dónde vives? (Waar woon jij?)
Antwoord: Vivo en… (Ik woon in…)

Slide 23 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Oefening:

Docent legt de vraag en het antwoord uit met voorbeelden:
¿Dónde vives? Vivo en Madrid.
Vivo en Ámsterdam.

Slide 24 - Slide

Junior Fontanus Spaans
Leerlingen oefenen in tweetallen: stel elkaar de vraag en antwoord met een echte of fictieve woonplaats.
Voorbeeld dialoog:

A: ¿Dónde vives?
B: Vivo en Valencia. ¿Y tú?
A: Vivo en Sevilla.

Slide 25 - Slide

Junior Fontanus Frans & Spaans
  • Woordzoeker 

Slide 26 - Slide

Junior Fontanus Frans & Spaans
Merci
Gracias

Slide 27 - Slide