What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Samenstelling of koppelteken 2.3
Aan elkaar of los?
Aan het einde van deze les weten we:
Wanneer we woorden aan elkaar schrijven
wanneer we een koppelteken moeten gebruiken.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aan elkaar of los?
Aan het einde van deze les weten we:
Wanneer we woorden aan elkaar schrijven
wanneer we een koppelteken moeten gebruiken.
Slide 1 - Slide
Wat is de juiste schrijfwijze van
A
stageuren
B
stage uren
C
stage-uren
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze van
A
gebruik maken
B
gebruik-maken
C
gebruikmaken
Slide 3 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze van
A
Zuid-Europese
B
Zuideuropese
C
Zuid Europese
D
zuid europese
Slide 4 - Quiz
Hoe schrijf je
A
naapen
B
na-apen
C
naäpen
D
na apen
Slide 5 - Quiz
Hoe schrijf je
A
email
B
e-mail
C
e mail
Slide 6 - Quiz
Hoe schrijf je
A
eerstejaars student
B
eerstejaarsstudent
C
eerstejaars-student
D
eerste-jaarsstudent
Slide 7 - Quiz
Hoe schrijf je
A
huisaanhuisblad
B
huis-aan-huis-blad
C
huis-aan-huisblad
D
huis aan huis blad
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je
A
hierover
B
hier over
C
hier-over
Slide 9 - Quiz
Hoe schrijf je
A
havo diploma
B
havo-diploma
C
HAVO-diploma
D
havodiploma
Slide 10 - Quiz
Hoe schrijf je
A
83 jarige
B
83-jarige
Slide 11 - Quiz
Hoe schrijf je
A
autoonderdelen
B
auto onderdelen
C
autoönderdelen
D
auto-onderdelen
Slide 12 - Quiz
Hoe schrijf je
A
zeshonderdtwaalf
B
zeshonderd twaalf
C
zes honderd twaalf
Slide 13 - Quiz
Hoe schrijf je
A
vipbehandeling
B
VIP-behandeling
C
vip behandeling
D
VIP behandeling
Slide 14 - Quiz
Hoe schrijf je
A
derde wereld landen
B
derdewereldlanden
C
derde wereldlanden
D
derdewereld landen
Slide 15 - Quiz
Hoe schrijf je
A
rood-witte vlag
B
roodwitte vlag
C
rood-witte-vlag
Slide 16 - Quiz
Aan elkaar:
Samenstelling van 2 of meer woorden: eindexamen, werkplaatschef, langetermijnplanning
Woorden met -er, hier-, daar- en waar- plus een voorzetsel: erop, hierin, daarbij, waarvan
Werkwoorden die beginnen met een voorzetsel: binnenlaten, opmerken, uitvinden en dus ook binnengelaten, opgemerkt, uitgevonden.
Slide 17 - Slide
Koppelteken
Het woord begint met de voorvoegsels niet, non-, oud-, ex-: niet-rokers, non-actief, oud-bondscoach, ex-vriend.
De uitspraak is anders onduidelijk: auto-onderdelen, toe-eigenen.
Een deel van de samenstelling bestaat uit letters, cijfers of tekens: mbo-opleiding, 18-jarige.
Aardrijkskundige: Noord-Amerika
Slide 18 - Slide
More lessons like this
P2 Spelling les 5
November 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2023 aan elkaar of los
June 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging 3.3-3.4-3.5-.36
21 days ago
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
29 februari: AFT1
February 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Grammatica H4 BBG
May 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1 maart- BMF1. 3.3, 3.4 en 3.5 taalverzorging+ belscript
March 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tussenletters en koppelteken
October 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2022 tussenletters + aan elkaar of los?
June 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1