1 maart- BMF1. 3.3, 3.4 en 3.5 taalverzorging+ belscript

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

1 maart- BMF1 (2 lessen)

Wat gaan we doen vandaag? 

• Herhaling theorie 3.3 (Meervoud ) en 3.4 (Tussenletters)
• Nieuwe theorie 3.5 (Aan elkaar of los)
• Oefenen met 3.5 aan elkaar of los
• Maken van een belscript voor stage

3.3 Meervoud

• (e)n : paard --> paarden
• -s : laptop--> laptops
• -eren: kind--> kinderen

Wat is juist gespeld?

1. bureau's
2. bureaus

UITLEG 3.3 meervoud

Na een a, i, o, u en y schrijf je een 's

pinda's, hobby's

Maar: verandert de uitspraak niet, dan -s eraan vast

cafés

Wat is juist gespeld?

1. panoramas
2. panorama's

Wat is juist gespeld?

1. radio's
2. radios

Uitleg 3.3 meervoud

Verandert de uitspraak wel, dan schrijf je een 's (hoge komma noem je een apostrof)

auto's, taxi's

meervoud -en, let op

Soms moet je de laatste letter van het enkelvoud verdubbelen, anders krijg je een verkeerde uitspraak:

het pak - de pakken

de les - de lessen

meervoud -en, let op

Soms moet je een klinker weglaten:

de paal - de palen

de beer - de beren

meervoud -en, let op

Soms verandert de laatste letter bij de -s of de -f:

huis - huizen

neef - neven

Wat is juist gespeld?

1. fotograven
2. fotografen

Wat is juist gespeld?

1. messen
2. mesen

Wat is juist gespeld?

1. dreumessen
2. dreumesen

uitleg

Na de -k, -el, et, es

verdubbelt de medeklinker niet

dreumesen
slimmeriken

maar: messen en tikken 

Wat is juist gespeld?

1. zeeën
2. zeën

Uitleg 3.3 meervoud

Woorden eindigend op -ee

altijd -en met trema erachter

tweeën

Wat is juist gespeld?

1. categoriën
2. categorieën

3.4 Tussenletters

zaak +partner

1. zakepartner
2. zakenpartner
3. zaakpartner

onderneming+plan

1. ondernemingsplan
2. ondernemingplan

3.5 Aan elkaar of los

1. nonverbaal
2. non-verbaal

3.5 Aan elkaar of los?

De volgende woorden schrijf je aan elkaar:

• Samenstellingen van twee of meer woorden: eindexamen, langetermijnplanning.
• Woorden met er-, -hier-, daar-, en waar- plus een voorzetsel: erop, hierin, daarmee, waarvan
• Werkwoorden die beginnen met voorzetsels: binnenlaten, opmerken, uitvinden, en dus ook: binnengelaten, opgemerkt.

3.5 Aan elkaar of los?

Je zet een koppelteken tussen twee woorden als:

• Het woord begint met de voorvoegsels niet-, non-, ex-: niet-rokers, non-actief, oud-bondscoach, ex-vriend.
• De uitspraak anders onduidelijk is: auto-onderdelen
• Een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, letters, cijfers of tekens: mbo-opleiding, 18-jarige, 3D-printer
• Het een samengestelde aardrijkskundige naam is: Noord-Amerika, Oost-Europese

Aan elkaar of los?

1. Noord Holland
2. Noord-Holland

Aan elkaar of los?

1. ex-collega
2. ex collega
3. excollega

Aan elkaar of los?

1. oud directeur
2. ouddirecteur
3. oud-directeur

Zelfstandig aan de slag

• Jullie maken zelfstandig opdracht  1 t/m 3 van 3.5 Aan elkaar of los. De opdrachten bespreken we nadien. 

Belscript (in tweetallen)

• Jullie gaan aan de slag met het maken van een belscript voor stage. 
• De opdracht wordt uitgedeeld en je typt het script op je computer of je schrijft de antwoorden op het papier.
• Zorg dat je beide een versie van het belscript hebt, dit is jouw spiekbriefje als je het telefonisch gesprek gaat voeren met stage.