Autisme

Autisme Spectrum Stoornis
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Autisme Spectrum Stoornis

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je noemt minimaal 3 kenmerken van autisme. 
- Je legt uit hoe je kunt communiceren met mensen met autisme.  
- Je ontdekt hoe het is om overprikkeld te raken.  
- Je past in de praktijk toe hoe je om kunt gaan met de verschillende behoeften van mensen met autisme. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is autisme?

Slide 3 - Mind map

Autisme is een neurodiverse conditie die invloed heeft op hoe mensen de wereld ervaren, informatie verwerken en omgaan met sociale interacties. Mensen met autisme hebben vaak moeite met communicatie, sociale interactie en het verwerken van prikkels.
Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Deze werden vroeger ingedeeld in verschillende stoornissen:​

  • De autistische stoornis ​
  • De stoornis van Asperger ​
  • Het syndroom van Rett (alleen bij meisjes)​
  • De desintegratieve stoornis ​
  • PDD-NOS 




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

​In plaats van verschillende afzonderlijke stoornissen maar één stoornis. Dus je hebt een stoornis in het ASS (geen pdd-nos/RETT etc meer)​
Bij ASS hebben mensen te leren op drie gebieden:​
  • Sociale interactie en verbeelding​
  • Communicatie en (lichaams)taal​
  • Stereotype interesses en gedrag​
ASS bestaat vanaf de vroege kindertijd, ook al wordt ze pas later onderkend.





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Autisme bij meisjes en vrouwen
45% van hen krijgt eerst een verkeerde diagnose, meestal voor een angst-, stemmings- of persoonlijkheidsstoornis​


Vrouwen met autisme kunnen vaak beter sociaal gedrag observeren en zich sociaal wenselijk gaan gedragen. Dit kost hen veel meer energie dan iemand zonder autisme.​

Meisjes en vrouwen met autisme worden vaker depressief, hebben vaker last van identiteitsproblemen en grijpen soms naar alcohol om sociaal te kunnen zijn.​





Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Opdracht
Ga in tweetallen aan de slag en bedenk 5 kenmerken die volgens jou bij autisme horen. 

Na 5 minuten bespreken we dit na. 


timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken
  • Beperkingen in de interactie ​
  • Een gestoorde communicatie, -sociale interactie ​
  • Herhalend patroon​
  • Informatieverwerkings- en integratieproblemen ​
  • Informatie via de zintuigen worden anders verwerkt​
  • Moeite van details een geheel te maken​
  • Filteren van belangrijke informatie is erg moeilijk






Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Belevingsopdracht
- Iemand gaat een stukje tekst lezen.
-  De rest van de klas krijgt andere opdrachten.

Slide 10 - Slide

Andere klasgenoten krijgen verschillende opdrachten:
- tikken
- fluisteren
- vragen stellen aan de lezer
- enz. 
Reflectievragen
- Hoe voelde het voor de vrijwilliger om de taak uit te voeren met al die afleiding?
- Hoe denk je dat dit kan zijn voor iemand met autisme in een drukke omgeving?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De regel van vijf 
  1. WIE​
  2. WAT​
  3. WAAR​
  4. WANNEER​
  5. WAAROM




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Denkwijze van een persoon met het autistisch spectrum (ASS)
De denkwijze van ASS is te vergelijken met een computer​

Een computer heeft allemaal mappen met documenten op onderwerp​

ASS voelt niet aan hoe zich te gedragen in bepaalde situaties​
- wat hij soms moet zeggen​
- hoe hij soms moet handelen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Begrijpen van communicatie
  • Mensen met autisme kunnen moeilijk hoofd – en bijzaken onderscheiden. Wees concreet, duidelijk en voorspelbaar.​
  • Vermijden van waarom – vragen, geef wel opdrachten.​
  • Houd tijdig je eigen emoties in bedwang.​
  • Geef hen tijd om info te verwerken.​
  • Sluit geregeld een denkmap af als iets blijft hangen.​
  • Probeer visueel te ondersteunen. (deeltaken)​
  • Kom afspraken na!






Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Communicatie
  • Gebruik concrete taal​
  • Liever een opdracht dan een vraag​
  • Neutraal in emoties ( lage EE)​
  • Wees voorspelbaar​
  • Duidelijke regels​
  • Straffen heeft geen zin​
  • Gebruik de regel van vijf






Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Casuïstiek
Casus 1: Je helpt een bewoner in een verzorgingstehuis die autisme heeft en erg gestrest raakt als het dagprogramma verandert. Hoe kun je de bewoner geruststellen?

Casus 2: Een cliënt met autisme heeft moeite om een maaltijd te eten omdat de textuur van het voedsel hen overstimuleert. Hoe kan je dit aanpakken?

Casus 3: Tijdens een groepsactiviteit wordt een cliënt met autisme overweldigd door het lawaai en verlaat de ruimte. Hoe kun je deze situatie het beste benaderen?

Slide 16 - Slide

Hoe handel je in deze situaties, rekening houdend met de cliënt zijn autisme. 
Afsluiting
- Hoe kan je in je werk het geleerde van vandaag toepassen?
- Hoe houd je rekening met mensen met autisme?
- Wat was vandaag nieuw voor jou?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe vond je deze les?
010

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Film Romijn
Opdracht tijdens het kijken en een opdracht in je reader. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions