Les 18 (21-11)

Les 18
Frans 
Le 21 novembre
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 18
Frans 
Le 21 novembre

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
  • Herhalen:
      - Les animaux domestiques
  • Paragraphe B: lire
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je een artikel over huisdieren begrijpen.

...ken je woorden die te maken hebben met huisdieren.


Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

Huiswerk af?
Open je boek op p. 60-61

 ex. 6a, b en 7a, b

Slide 5 - Slide

Jeu 'memory vivant'
1. Er gaan twee leerlingen naar de gang. 
2. Werk in je eigen tweetal en kies een dier.
    - 1 leerling imiteert het geluid.
    - 1 leerling beeld het dier uit.
3. één leerling komt weer terug van de gang en wijst willekeurig tweetallen aan. 
4. Zodra je aangewezen wordt maak je of het geluid, of beeld je het dier uit. 
5. De leerling raad het dier. Er worden in totaal 3 tweetallen aangewezen. 
6. Vervolgens komt leerling 2 van de gang. Ook die heeft dezelfde opdracht en 3 tweetallen worden aangewezen. 
7. Wie heeft de meeste 'dieren' goed geraden?

Slide 6 - Slide

Top 5 des animaux de compagnie
Werk samen met je klas. 

We gaan een top 5 maken met de klas. Deze top 5 gaat over huisdieren.
- Qui a un animal domestique? Levez le doigt.
- Quel animal domestique as-tu?

Top 5
1 .....
2 .....
3 .....
   etc.

Slide 7 - Slide

le club des animaux heureux.
Hoe pak je ook alweer een leestekst aan?
  1. Lees de titel, bekijk de afbeeldingen en lees de tussenkopjes.
  2. Lees de inleiding. Kun je je voorspellingen bevestigen?
  3. Lees de opdrachten en scan de tekst. 


Slide 8 - Slide

Texte B: Le club des animaux heureux.
Au travail!

Faire 
- ex. 10a, b en c 
- ex. 11a, b, c
- ex. 12a, b

Klaar? Leer voca A en B

timer
15:00

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Het artikel ging over het volgende onderwerp:

Noem eens 1 woord die te maken heeft met woordenlijst B. 

Slide 10 - Slide

Devoirs
Apprendre zinnen voca A et B

Faire:
- ex. 10a, b en c
- ex. 11a, b, c
- ex. 12a, b

Slide 11 - Slide