NaSk.h6.les4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Goedemiddag 2F

Terwijl we even wachten tot iedereen er is, zorg voor de volgende dingen:

Op je chromebook

• Bestand Rek6.2+6.4JOUWNAAM
• Tekstboek + werkboek geopend (staat bij bestanden van teams)

Voor je: schrift + pen + rekenmachine

Deze les

1. Nakijken werkblad vorige week

(Let op: kan zijn dat opdracht 2 en 3 omgedraaid is)

2. Bespreken P = U x I

3. Opdracht samen doen

4. Daarna huiswerk (werkboek + lesboek)

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd:
Gegeven:
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd: E
Gegeven:
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd: E
Gegeven: P = 1400W, t = 30 min = 1800
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd: E
Gegeven: P = 1400W, t = 30 min = 1800s
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
E = P x t

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd: E
Gegeven: P = 1400W, t = 30 min = 1800s
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
E = P x t
E = 1400 x 1800 = 2 520 000 J

Opdracht 2

2. Je hebt in een half uur de woonkamer gestofzuigd. Dit heb je gedaan met een stofzuiger met een vermogen van 1400 W. Hoeveel energie heb je verbruikt? (tip: 1 kWh = 3 600 000 J)
Gevraagd: E
Gegeven: P = 1400W, t = 30 min = 1800s
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
E = P x t
E = 1400 x 1800 = 2 520 000 J = 7* kWh
(*2 520 000 : 3 600 000)

Opdracht 3

3. Na een wasbeurt heeft een wasmachine met een vermogen van 2500 W in totaal 11,25 kWh aan energie verbruikt. Hoe lang heeft de wasmachine aangestaan?
Gevraagd: t
Gegeven:
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 3

3. Na een wasbeurt heeft een wasmachine met een vermogen van 2500 W in totaal 11,25 kWh aan energie verbruikt. Hoe lang heeft de wasmachine aangestaan?
Gevraagd: t
Gegeven: P = 2500 W = 2,5 kW, E = 11,25kWh
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 3

3. Na een wasbeurt heeft een wasmachine met een vermogen van 2500 W in totaal 11,25 kWh aan energie verbruikt. Hoe lang heeft de wasmachine aangestaan?
Gevraagd: t
Gegeven: P = 2500 W = 2,5 kW, E = 11,25kWh
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
t = E : P
t = 11,25 : 2,5 = 4,5 uur

Opdracht 4

4. Na een serie van drie kwartier heeft een tv in totaal 337 500 J verbruikt. Wat is het vermogen van de lamp?
Gevraagd: P
Gegeven: E = 337 500J, t = 45min = 2700 s
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 4

4. Na een serie van drie kwartier heeft een tv in totaal 337 500 J verbruikt. Wat is het vermogen van de lamp?
Gevraagd: P
Gegeven: E = 337 500J, t = 45min = 2700 s
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
P = E : t
P = 337 500 : 2700 = 125 W

I

Opdracht 7

7. Een lampje is aangesloten een batterij van 6 V. De stroomsterkte

door het lampje is 0,5 A. Wat is het vermogen?  

Gevraagd:
Gegeven:
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 7

7. Een lampje is aangesloten een batterij van 6 V. De stroomsterkte

door het lampje is 0,5 A. Wat is het vermogen?  

Gevraagd: P
Gegeven:
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 7

7. Een lampje is aangesloten een batterij van 6 V. De stroomsterkte

door het lampje is 0,5 A. Wat is het vermogen?  

Gevraagd: P
Gegeven: U = 6V, I = 0,5A
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)

Opdracht 7

7. Een lampje is aangesloten een batterij van 6 V. De stroomsterkte

door het lampje is 0,5 A. Wat is het vermogen?  

Gevraagd: P
Gegeven: U = 6V, I = 0,5A
Oplossing: (formule, berekening, antwoord + eenheid)
P = U x I
P = 6 x 0,5 = 3 W

In je schrift (6.4 opdracht 7)

In je schrift (6.4 opdracht 7)

3 joule

In je schrift (6.4 opdracht 7)

3 joule

Gevraagd: I

Gegeven:

Oplossing:

In je schrift (6.4 opdracht 7)

3 joule

Gevraagd: I

Gegeven: P = 3w , U = 6v

Oplossing:

In je schrift (6.4 opdracht 7)

3 joule

Gevraagd: I

Gegeven: P = 3w , U = 6v

Oplossing:

I = P : U

I = 3 : 6 = 0,5 A

De rest van de les

Zet in je schrift bovenaan de blz: 6.4 stroomsterkte

1.  Lezen blz 136 tekstboek
   
2. Maken 8 t/m 12 van blz 77 werkboek
3. Lezen blz 137 tekstboek
4. Maken 14 t/m 18