§5.2 Future Tense

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 3

The Future

Future Tenses

Future Simple = will + werkwoord 

Be going to = am/is/are + be going to + werkwoord

present continuous = am/is/are + werkwoord + ing

Present Simple = werkwoord / werkwoord + (e)s

Future Simple

* Voorspellingen zonder bewijs

* Belofte, voorstel of aanbod

* Bij beslissingen op het moment van spreken

* toekomstige feiten

I think it will rain tomorrow.

I promise that I will help you.

Don't worry, I will go to the supermarket to buy us some snacks.

(+) = will + hele werkwoord

(-) = will not / won't + hele werkwoord

(?) = Will + onderwerp + hele werkwoord

Vraagzin + voorstel + I of We = Shall + I/we + werkwoord

Shall we go to the cinema later?

Be Going To

* toekomstige plannen en intenties

* voorspellingen gebaseerd op bewijs

I am going to learn French next year

Look at the clouds, it is going to snow later.

(+) am/is/are + going to + werkwoord

(-) am not/is not/are not + going to  + werkwoord

(?) am/is/are + onderwerp + going to + werkwoord

Present Continuous

* geplande afspraken in de nabije toekomst (staat zo goed als vast)

I am driving to New York tomorrow

Tom is playing videogames with his friends tonight

(+) am/is/are + werkwoord + ing

(-) am not/is not/are not + werkwoord + ing

(?) am/is/are + onderwerp + werkwoord + ing

Present Simple

* tijdschemas

I have English at 8 o'clock tomorrow.

The next train leaves at 7:30.

(+) werkwoord of werkwoord+s

(-) don't + werkwoord of doesn't + werkwoord

(?) Do + onderwerp + werkwoord of Does + onderwerp + werkwoord

quizlet.com

Oefening 1

Zet de onderstaande zinnen in de future. Kies tussen:

Present Simple, Present Continuous, Will, Be going to

Type alleen de werkwoorden

The train _____ at 11.45 (to leave)

We _____ dinner at a nice restaurant on Saturday, but we haven't booked a table yet. (to have)

On Sunday at 8 o'clock I _____ my friend. (to meet)

Wait! I _____ you to the station. (to drive)

Look at the clouds - it _____ in a few minutes. (to rain)

Oefening 2

Zet de zinnen in de juiste volgorde. Zet hierbij ook het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de toekomst.

to my parents / (to go) / tomorrow. / we

at 8:45. / lesson / English / The / (to start)

Harry / (to be) / in 2050 / old / how / ?

This time / we / to York. / (to drive) / tomorrow

I have my ticket, / I / (to fly) / to Spain / tomorrow.

Oefening 3

Leg de vragen uit in je eigen woorden in het Nederlands

Wat is het verschil tussen:
'I am flying tomorrow' en 'I am going to fly tomorrow'

Wat is het verschil tussen 'Mr York is going to win' en 'Mr York will win'?

Vertaal deze zin:
'Morgen gaan wij op vakantie'

En leg uit hoe en waarom je het werkwoord hebt veranderd.

Oefening 4

vervoeg de zinnen in de juiste vorm

typ de hele zin

They (to drive) to New York tomorrow morning. (the car has already been packed)

I hope the weather (to be) nice.

I offered him this job. I think he (to take) it.

I promise I (not / to tell) your secret to anyone.

Take your umbrella with you. It (to rain).

I love London. I (probably / to go) there next year.

Our train (to leave) at 4:47.

What (wear / you) at the party tonight?

I think I (to find) something nice in my mum's wardrobe.

This is my last day here. I (to go)
back to England tomorrow.

Hurry up! The conference (to begin)
in 20 minutes.

My horoscope says that I (meet)
an old friend this week.

Look at these big black clouds! It (to rain) .

Here is the weather forecast. Tomorrow (be) dry and sunny.

What does a blonde say when she sees a banana skin lying just a few metres in front of her? - Oh dear! I (to slip) !

https:

https:

quizlet.com