4.4 Evolutie in populaties

4.4 Evolutie in populaties
Reflectie en voorkennis
1. Hoe noemen we een variant van een gen? 
2. Wat zijn de twee voorwaarden van evolutie?
3. Hoe ontstaat er genetische variatie in een populatie bacteriën?
4. Vul het juiste woord in: Een hoge selectiedruk leidt tot een lage / hoge genetische variatie in de populatie. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.4 Evolutie in populaties
Reflectie en voorkennis
1. Hoe noemen we een variant van een gen? 
2. Wat zijn de twee voorwaarden van evolutie?
3. Hoe ontstaat er genetische variatie in een populatie bacteriën?
4. Vul het juiste woord in: Een hoge selectiedruk leidt tot een lage / hoge genetische variatie in de populatie. 

Slide 1 - Slide


Genenpool
Allelfrequentie 

Constante allelfrequenties
Veranderende allelfrequenties

Seksuele selectie

4.4 Evolutie in populaties

Slide 2 - Slide

Belangrijke definities
  • Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten

  • Genenpool is een verzameling van alle genen in een populatie 

  • Allelfrequentie is hoe vaak een bepaald allel in een populatie voorkomt

Slide 3 - Slide

Soort en Populatie
Organismen die veel op elkaar lijken, hoeven niet tot dezelfde soort te behoren.
Soort; organismen die samen vruchtbare nakomelingen krijgen
Populatie; een groep organismen van dezelfde soort in een gebied

Slide 4 - Slide

Constante Allelfrequenties
  • geen selectiedruk,
  • allelen worden op een willekeurige manier doorgegeven
  • Hoe vaker een allel voorkomt in een populatie, hoe groter de kans is dat dit allel wordt doorgegeven
Veranderende Allelfrequenties
  • mutatie die voordelig is
  • wel selectiedruk
  • Seksuele selectie;  bepaalde eigenschappen beïnvloeden de voortplantingskans.

Slide 5 - Slide

Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn 
- Ze groot genoeg zijn 
- Er geen evolutie optreedt
- Allelen hebben dus geen specifiek voordeel

Dan blijkt dat de allelfrequenties
in populaties constant blijven 

(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)

Slide 6 - Slide

Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).

Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen. 

Specifieke richting -> Evolutie 
Door toeval 
4.4 Evolutie in populaties

Slide 7 - Slide

Evolutie
Mutaties zorgen voor nieuwe varianten van genen (allelen), vooral als deze dominant zijn zal snel worden geselecteerd op het  positieve/nadelige effect. 

Waarom bij vooral bij dominante allelen? 

Slide 8 - Slide

Evolutie
Als een eigenschap voordeel oplevert voor overlevingskans, zorgt natuurlijke selectie voor survival of the fittest 

In sommige gevallen levert een eigenschap alleen voordeel op voor de voortplantingskans* dan spreken we van seksuele selectie

Slide 9 - Slide

Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).

Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen. 

Specifieke richting -> Evolutie 
Door toeval -> Genetic Drift
4.4 Evolutie in populaties deel 2

Slide 10 - Slide

Evolutie
 Micro-   
binnen soort (bijv. berkenspanner)
Macro- 
onstaan nieuwe soorten 
Co-
Als organismen met elkaar mee evolueren. Bijv. giftigheid bij planten en tolerantie bij rupsen. 
(HbHbs)

Slide 11 - Slide

Maak opdracht 49 t/m 57
4.4 Evolutie in populaties

Slide 12 - Slide

Genetic drift
- Puur toevalsproces:
  1. Afzondering van een kleine sub-populatie die genetisch verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke populatie  (Founder-effect: vb. migratie ; Flessenhalseffect: rest van populatie sterft door bijv. natuurramp) 
  2. De sub-populatie groeit uit 

Slide 13 - Slide