Voortekens

• Muziek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Herhaling voor toets

Als er een mol voor een noot staat, dan komt er..

1. "is" achter de oorspronkelijke notennaam
2. "es" achter de oorspronkelijke notennaam
3. "is" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam
4. "es" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam

Welk(e) vast(e) voorteken(s) zie je hier?

1. Een kruis op de hoogte van de F
2. Een kruis op de hoogte van de C
3. Een mol op de hoogte van de E
4. Een mol op de hoogte van de B

Dit betekent dat elke

1. B een Bes wordt
2. Elke E een Es
3. F een Fis wordt
4. Elke C een Cis

Hoe klinkt een noot als er een kruis voor staat?

1. Even hoog
2. Hoger
3. Lager

Hoe heet deze noot?
(in letters)

Met welke toets speel je een Dis?

Hoe heet deze noot? (in letters)

Met welke toets speel je een Ais?

Hoe heet deze noot?
(letter)

Met welke toets speel je een Des?

gis

ais

bis

d

b

Antwoord rust

Antwoord tel

Hele rust

Halve rust

Kwartrust

Achtste rust

Zestiende rust

2 tellen

0,25 tel

4 tellen

0,5 tel

1 tel

Welke rust ontbreekt hier, als je maar één rust mag gebruiken?

1. kwartrust
2. achtste rust
3. halve rust
4. hele rust

Vul de juiste rust in..

1. 
2. 
3. 
4. 

Waarom is dit geen verbindingsboog?

1. de boog loopt van de ene maat naar de andere maat
2. je kunt geen twee gelijke ritmenoten (in dit geval 2 kwartnoten) aan elkaar verbinden
3. het boogje is niet netjes getekend
4. hij verbindt 2 noten van verschillende toonhoogte

Hoe lang moet je de noot aanhouden die een verbindingsboog heeft?

1. 0,5 tel
2. 1 tel
3. 1,5 tel
4. 2 tellen