Les 12 - Hoe wordt de Europese Unie geregeerd?

Les 12 - Hoe wordt de Europese Unie geregeerd?
3.9 Internationale samenwerking
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 12 - Hoe wordt de Europese Unie geregeerd?
3.9 Internationale samenwerking

Slide 1 - Slide

Les 13 - EU, NAVO, VN
3.9 Internationale samenwerking

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Stellingen: Waar of niet waar?
  • Filmpje + kijkvragen
  • Opdracht 10: Hoe wordt de EU geregeerd?
  • HW maken

Slide 3 - Slide

Europa heeft een leger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Montenegro, Servië en Albanië zijn ook lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De EU beslist welke informatie er op een flesje frisdrank staat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het Europees Parlement heeft evenveel macht als de nationale parlementen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Jouw middelbareschooldiploma is niet geldig in een andere EU-lidstaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Rietjes, bestek en bakjes mogen niet meer van plastic zijn in de EU vanaf januari 2021.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Nederland is armer geworden door de EU.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In de EU kun je bijna overal vrij reizen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Je hebt een werkvergunning nodig om in een ander EU-land te gaan werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De doodstraf is in sommige EU-landen toegestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Bulgarije, Roemenie en Kroatie zijn de laatste landen die lid werden van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Als je als staat lid bent van de Europese Unie, gebruik je de euro als nationale munt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Opdracht 10 - Europese Unie (blz 105 - WB)

Slide 20 - Slide

Lezen: 3.9 - Internationale
samenwerking (blz 106t/m111 - LB)
Maken: opdracht 1 t/m 10 (blz 104)
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 21 - Slide