Test 1 (voorbereiding op repetitie) 1HV

Test 1
Voorbereiding REP H.1
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare school

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Test 1
Voorbereiding REP H.1

Slide 1 - Slide

Plaattektoniek is.....
A
het botsen van aardkorstplaten
B
het uit elkaar gaan van aardkorstplaten
C
het bewegen van aardkorstplaten
D
het langs elkaar schuren van aardkorstplaten

Slide 2 - Quiz

Aardkorstplaten bewegen enkele
A
kilometers per jaar
B
meters per jaar
C
centimeters per jaar

Slide 3 - Quiz

De aardkorst bestaat uit........
A
oceanische aardkorstplaten
B
continentale aardkorstplaten
C
oceanische- en continentale aardkorstplaten

Slide 4 - Quiz

De aarde bestaat van binnen naar buiten uit.....
A
kern, korst, mantel
B
kern, mantel, korst

Slide 5 - Quiz

De aardkorst bestaat uit.....
A
verschillende losse stukken
B
één geheel

Slide 6 - Quiz

Wanneer twee oceanische aardkorstplaten uit elkaar drijven......
A
ontstaat in dat gebied nieuwe aardkorst
B
verdwijnt in dat gebied een stuk aardkorst

Slide 7 - Quiz

Wanneer een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt......
A
dan ontstaat er nieuwe aardkorst
B
dan verdwijnt er een stuk aardkorst

Slide 8 - Quiz

Een mid-oceanische rug ontstaat waar twee ......
A
continentale aardkorstplaten botsen
B
oceanische aardkorstplaten uit elkaar gaan
C
een oceanische aardkorstplaat onder een continentale aardkorstplaat duikt.

Slide 9 - Quiz

Dit is het heetste gedeelte van de aarde dat toch uit vast gesteente bestaat.
A
Aardkern
B
Aardmantel
C
Aardkorst

Slide 10 - Quiz

Goed of fout? De aardkorst drijft op de aardkern
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Pangea is de naam voor
A
allemaal losliggende aardkorstplaten
B
een supercontinent waarin alle continenten aan elkaar vast lagen

Slide 12 - Quiz

Supercontinent Pangea brak door......
A
een meteoriet-inslag
B
een superorkaan
C
een opkomende hete gesteentestroom (magma)

Slide 13 - Quiz

In .........van Pangea heerste een zeeklimaat.
A
de kustgebieden
B
het binnenland

Slide 14 - Quiz

Door het opbreken van Pangea ......
A
daalde het aantal soorten planten en dieren
B
steeg het aantal soorten planten en dieren

Slide 15 - Quiz

De Alpen zijn ontstaat, doordat......
A
Noord Amerika en Europa botsten
B
Afrika en Europa uit elkaar dreven
C
Europa en Afrika botsten

Slide 16 - Quiz

Goed of fout? De Alpen zijn ooit een zeebodem geweest.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Tussen Europa en Afrika lag vroeger een grote oceaan. De bodemlagen van deze oceaan zijn......
A
blijven liggen, zoals ze lagen
B
in elkaar gedrukt (geplooid)

Slide 18 - Quiz

Goed of fout? Boven in het Alpengebergte kunnen we fossielen (versteende afdrukken van zeedieren en zeeplanten) vinden.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

De Middellandse Zee tussen Europa en Afrika zal in de toekomst.....
A
groter worden
B
kleiner worden

Slide 20 - Quiz

Gebieden met veel bergen, aardbevingen en vulkanen liggen meestal.....
A
midden op een aardkorstplaat
B
in de buurt van plaatranden

Slide 21 - Quiz

Aan de .......kust van Zuid Amerika ligt een plaatgrens.
A
west
B
oost

Slide 22 - Quiz

In Zuid Amerika ontstaan er aardbevingen, omdat.....
A
twee continentale aardkorstplaten botsen
B
twee oceanische aardkorstplaten botsen
C
een oceanische aardkorstplaat onder een continentale aardkorstplaat duikt

Slide 23 - Quiz

Wanneer een oceanische aardkorstplaat botst met een continentale aardkorstplaat zal de .......alltijd naar beneden duiken.
A
oceanische aardkorstplaat
B
continentale aardkorstplaat
C

Slide 24 - Quiz

Aardkorstplaten bewegen altijd.....ten opzichte van elkaar
A
soepel
B
stroef
C

Slide 25 - Quiz

De plaats aan het aardoppervlak waar een aardbeving het eerst en dus het krachtigst gevoelt wordt noem je het.....
A
epicentrum
B
hypocentrum
C

Slide 26 - Quiz

Aardbevingen zijn......
A
te voorspellen
B
niet te voorspellen
C

Slide 27 - Quiz

Aardbevingen kunnen......
A
enkele seconden duren
B
enkele minuten duren
C
enkele seconden tot enkele minuten duren

Slide 28 - Quiz

De kracht van een aardbeving wordt bepaald met de.....
A
schaal van Rechten
B
schaal van Richter
C
schaal van Biesheuvel

Slide 29 - Quiz

De schaal van Richter loopt van .....
A
1 tot 10
B
1 tot 12
C
1 tot 15

Slide 30 - Quiz

Een aardbeving van 3 op de schaal van Richter is .....zo sterk als die van 1.
A
1 keer
B
2 keer
C
10 keer
D
100 keer

Slide 31 - Quiz

De kans op brand na een aardbeving is .....
A
klein
B
groot

Slide 32 - Quiz

.......kunnen vaak de gebouwen aardbevingsbestendig bouwen.
A
arme landen
B
rijke landen

Slide 33 - Quiz

In .... vallen na een aardbeving vaak de meeste slachtoffers.
A
arme landen
B
rijke landen

Slide 34 - Quiz

In .... is de financiële schade vaak het grootst.
A
arme landen
B
rijke landen

Slide 35 - Quiz