Opdracht:Je gaat een sprookje schrijven.
Vandaag ga je de eerste voorbereidingen doen.
Denk na over de volgende punten:
- De hoofdpersonen (goed en slecht persoon).
- De eigenschappen van de hoofdpersonen.
- Hoe begint het sprookje?
- Hoe eindigt het sprookje?
- Wat is het moraal/ de wijze les?
- Gebruik: wie - waar - wanneer - wat - waarom - hoe.
Geef antwoord op bovenstaande vragen en sla het op in een Word-document.