What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.2 DNA en specialisatie
2.4 DNA en specialisatie
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.4 DNA en specialisatie
Slide 1 - Slide
Waar in een dierlijke cel bevind zich het DNA?
Slide 2 - Open question
DNA vs RNA
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
DNA bevat de bouwinstructie voor eiwitten
Chromosomen zitten in de celkern en zijn opgebouwd uit DNA.
Slide 5 - Slide
Vier verschillende
stikstofbasen
: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is
complementair
aan de andere
DNA
Slide 6 - Slide
Welke basen zitten in de complementaire streng van ATGGT?
Slide 7 - Open question
eiwitproductie
van de template/matrijsstreng moet RNA gemaakt worden
de RNA streng lijkt dan op de coderende streng.
Slide 8 - Slide
Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit.
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (
transcriptie
)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een
ribosoom
“leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (
translatie
)
Slide 9 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
Een stuk DNA dat codeert voor één eiwit (eigenschap) is een
gen
.
De volgorde van stikstofbasen (A,T,C,G) in dat stuk DNA is de code voor het maken van het eiwit.
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren.
Als het eiwit moet worden gemaakt wordt eerst van het gen een kopie gemaakt --> RNA
Slide 10 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
- RNA is enkelstrengs
- RNA heeft Uracil (U) ipv Thymine (T) als stikstofbase
Tegenover de A wordt een U ingebouwd en tegenover T een A
Bij C een G en bij G een C.
Slide 11 - Slide
Een gen heeft de volgende DNA-code:
TTG-TCC-AAG-AAT-CCG-TAA.
Wat is het RNA kopie van dit gen?
Slide 12 - Open question
Translatie: RNA naar eiwit
Het RNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.
Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).
Slide 13 - Slide
Translatie: RNA naar eiwit
Slide 14 - Slide
RNA naar eiwit: translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG.
Slide 15 - Slide
AUG-AAC-AGG-UUC-UAG-GGC-AUU
geef de aminozuren die gemaakt worden van deze RNA streng.
Slide 16 - Open question
oefenen
maak opdrachten van 2.4
Slide 17 - Slide
More lessons like this
2.2 en 2.3: DNA + Celdeling
May 2023
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
May 2023
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Proefles Biologie DNA
May 2023
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3H/V Proefles Biologie DNA
December 2023
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
June 2022
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.2 DNA en specialisatie
October 2023
- Lesson with
16 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
5H Herh. H2 Cellen
February 2023
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.2 t/m 2.4: Genexpressie & Celdifferentiatie
June 2024
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4