werkwoordspelling 3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

werkwoordspelling 3

Vervoeg het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Als achter de zin niet staat in welke tijd je moet vervoegen, dan kun je het uit de zin afleiden.

Onze docent Nederlands ... (houden) veel van werkwoordspelling. t.t.

Gisteren ... (deleten) ik per ongeluk mijn werkstuk voor biologie.

... (vinden) je zus dat schilderij van Mondriaan niet mooi? t.t.

... (zingen) liep hij door de supermarkt.

Wanneer ... (gebeuren) daar nou eindelijk eens iets! t.t.

Een groepje nieuwsgierige leerlingen ...(staan) uit het raam te kijken. v.t.

Vaak ... (worden) gezegd dat ze allemaal goed zijn. t.t.

Iedereen ... (stemmen) op een andere locatie dan vorige keer. v.t.

Mijn buurjongen ... (liken) ieder bericht dat ik post. t.t.

U ... (bevinden) zich momenteel in de trein naar Zaandam. t.t.

De leerlingen ... (harken) de blaadjes bij elkaar. v.t.

Vroeger ... (interesseren) politiek me minder dan nu.

Het is niet goed dat iedereen hetzelfde ... (betalen) t.t.

De darter ...(richten) zijn pijl op het bord. v.t.