werkwoordspelling Engelse werkwoorden en gebiedende wijs

Engelse werkwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

Engelse werkwoorden:
Ga uit van de Engelse stam.
Vervoeg dan zoals de vervoeging van de Nederlandse werkwoorden.

mixen > mix > mixt > mixte > gemixt
racen > race > racet > racete > geracet
deleten > delete > deletet > deletete > gedeletet


.

Slide 2 - Slide

Hij (faxen t.t.) ....
A
fax
B
faxt
C
faxd
D
faxet

Slide 3 - Quiz

Hij (faxen v.t.) ....
A
faxte
B
faxde
C
faxete
D
faxede

Slide 4 - Quiz

Mijn zus (saven t.t.) .... haar document.
A
safet
B
savet
C
savt
D
saved

Slide 5 - Quiz

Mijn zus (saven v.t.) ... haar document.
A
savete
B
savede
C
safete
D
savde

Slide 6 - Quiz

Ze heeft haar document (saven)...
A
gesavt
B
gesavet
C
gesaved
D
gesavd

Slide 7 - Quiz

Hij is snel (finishen) ...
A
gefinisht
B
gefinishd
C
gefinishet
D
gefinished

Slide 8 - Quiz

Ik (deleten t.t.) ... mijn map.
A
delet
B
delete
C
delt
D
deled

Slide 9 - Quiz

Hij (deleten t.t.) ... zijn map.
A
delet
B
delete
C
deletet
D
deled

Slide 10 - Quiz

Hij (deleten v.t.) ... de map.
A
delet
B
deletet
C
deletete
D
deletede

Slide 11 - Quiz

Hij heeft het (deleten VD) ....
A
gedelet
B
gedeled
C
gedeleted
D
gedeletet

Slide 12 - Quiz

gebiedende wijs
De gebiedende wijs gebruik je als je iemand gebied om iets te doen.
Loop even naar de computer.
Kijk goed naar de opdracht.

De regel is: Bij de gebiedende wijs schrijf je de stam van het werkwoord.

Slide 13 - Slide