les 2 grammatica opfris (werkwoordspelling / spellingsregels) en bronnen gebruiken

Les 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2

Slide 1 - Slide

Programma
Grammatica werkwoordspelling opfrissen
Bronnen gebruiken

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Werkwoordspelling
Werkwoordspelling

Slide 5 - Slide

Spellingsregels 
Meervoud? 
Tussenletters?
Aan elkaar of los?
Eind op -e of -en?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Tussenletters gebruiken

Tussenletters -en:

Het eerste deel heeft alleen meervoud op -en.


krant + jongen = krantenjongen


Eerste deel krant: krant - kranten



Slide 8 - Slide

Tussenletters gebruiken

Tussenletters -e:

Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.


lach + bek = lachebek


lach is een vorm van het werkwoord lachen





Slide 9 - Slide

Sommige of sommigen?
Beide of beiden?

Als alle, eerste, enige, enkele, laatste of sommige zelfstandig in een zin staat, komt er een n achter als het om mensen gaat.
Gaat het niet om mensen, dan komt er geen n achter.

Als deze woorden voor een znw staan,
komt er nooit een n achter.

Slide 10 - Slide

Bronnen 

Slide 11 - Slide

Wat is een betrouwbare bron?

Slide 12 - Open question

Antwoord
Betrouwbare bronnen kun je vinden via het internet, de bibliotheek/mediatheek, in radio- en/of tv-programma’s en interviews of enquêtes met deskundigen.

Slide 13 - Slide

Onbetrouwbare bronnen

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Betrouwbare bron: check!
Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen controleren op: www.webdetective.nl. 

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen een citaat en een bronvermelding?

Slide 17 - Open question

3

Slide 18 - Video

01:05
Via welk kanaal werd dit nepnieuws verspreid?
A
Facebook
B
Whatsapp
C
Twitter
D
Een ziekenhuis

Slide 19 - Quiz

01:44
Hoe kwam Lubach erachter dat dit nepnieuws was?

Slide 20 - Open question

03:13
Hoe ontstond dit nepnieuws over paracetamol slikken i.p.v. ibuprofen?
A
Door een tweet van de Franse minister van gezondheid dat ibuprofen klachten verergerd.
B
Door een Whatsappbericht van een buurman over de stand van Jupiter en het planten van groente in je moestuin.
C
Door een gerucht in Frankrijk om cocaïne te gebruiken.

Slide 21 - Quiz

2.2 Bronnen gebruiken
Verzamel betrouwbare bronnen. Bekijk altijd meerdere bronnen, want dan krijg je een volledig beeld van het onderwerp. 
1. Sla de bron op onder een duidelijke naam.
2. Noteer direct de bron van je informatie.
3. Pak je schrijfplan erbij. Zoek bij elk deelonderwerp de belangrijkste informatie uit je bronnen. Markeer deze informatie in de tekst. 
4. Je mag tekst niet letterlijk overnemen. Zet de tekst in eigen woorden gebruik een citaat. 
5. Gebruikte bronnen beschrijf je in de bronvermelding. 

Slide 22 - Slide

Wat moet je doen als je citeert?
A
De tekst in cursief zetten (schuingedrukt)
B
Een witregel voor en na het citaat gebruiken.
C
De tekst in eigen woorden zetten.
D
De tekst tussen aanhalingstekens zetten.

Slide 23 - Quiz

Opdrachten
2.2 bronnen gebruiken opdracht 1 en 2
timer
20:00

Slide 24 - Slide

Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?

Slide 25 - Open question

Hoe werkt het met LessonUp?

Slide 26 - Open question