This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar werd je blij van afgelopen week?
Slide 2 - Slide
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Plan
Terugblik;
Doelen;
Uitleg;
Opdrachten;
Nabespreking;
Opdrachten;
Afsluiting.
Slide 4 - Slide
Wat heb je vorige week ook alweer geleerd bij Nederlands?
Slide 5 - Open question
Doelen
Je weet hoe je een betrouwbare bron van een onbetrouwbare kunt onderscheiden;
Je kunt bronnen gebruiken in je tekst.
Slide 6 - Slide
Betrouwbare bron
Feiten;
Meningen;
Slide 7 - Slide
Waar vind je betrouwbare bronnen?
Slide 8 - Open question
Antwoord
Betrouwbare bronnen kun je vinden via het internet, de bibliotheek/mediatheek, in radio- en/of tv-programma’s en interviews of enquêtes met deskundigen.
Slide 9 - Slide
Onbetrouwbare bronnen
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Video
Betrouwbare bron: check!
Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen controleren op: www.webdetective.nl.
Slide 12 - Slide
Wat is het verschil tussen een citaat en een bronvermelding?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Video
01:05
Via welk kanaal werd dit nepnieuws verspreid?
A
Facebook
B
Whatsapp
C
Twitter
D
Een ziekenhuis
Slide 15 - Quiz
01:44
Hoe kwam Lubach erachter dat dit nepnieuws was?
Slide 16 - Open question
03:13
Hoe ontstond dit nepnieuws over paracetamol slikken i.p.v. ibuprofen?
A
Door een tweet van de Franse minister van gezondheid dat ibuprofen klachten verergerd.
B
Door een Whatsappbericht van een buurman over de stand van Jupiter en het planten van groente in je moestuin.
C
Door een gerucht in Frankrijk om cocaïne te gebruiken.
Slide 17 - Quiz
Opdrachten
Maak opdracht 1 en 2 van schrijven 2.2.
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Nabespreken taak 1 Goed gebekt
Slide 19 - Slide
Goed gebekt
Maak taak 2 van Goed gebekt.
timer
10:00
Slide 20 - Slide
Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?