Quiz mavo 3

Taalquiz mavo 3 

  1. Werkwoordspelling 
  2. Overige spelling 
  3. Over Taal  
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taalquiz mavo 3 

  1. Werkwoordspelling 
  2. Overige spelling 
  3. Over Taal  

Slide 1 - Slide

Spelling - werkwoorden

Slide 2 - Slide

Een vrouw uit Amerika heeft een bijzonder record … (behalen).

Slide 3 - Open question

Ze heeft sinds 1979 haar nagels niet … (knippen).

Slide 4 - Open question

Ze heeft sinds 1979 haar nagels niet … (knippen).

Slide 5 - Open question

Hij (worden) morgen 16 jaar!

Slide 6 - Open question

De jongen (tekenen) gisteren de docent na.

Slide 7 - Open question

De zenuwachtige man … (stressen) zo dat hij begon te trillen.

Slide 8 - Open question

Gisteren … (crashen) twee autocoureurs in de Grand Prix.

Slide 9 - Open question

Mijn vader … (volleyballen) vroeger op hoog niveau.

Slide 10 - Open question

Overige spelling 

Slide 11 - Slide

Welk woord is goed gespeld: goudschat of goudsschat?
A
goudschat
B
goudsschat

Slide 12 - Quiz

Wij vonden de cabaretier erg grappig, maar de meeste/meesten vonden
hem flauw.

A
meeste
B
meesten

Slide 13 - Quiz

De meeste honden vind ik leuk, maar voor enkele/enkelen ben ik bang.

A
enkele
B
enkelen

Slide 14 - Quiz

Sommige/Sommigen voetballers willen voor geen goud naar een buitenlandse club.


A
Sommige
B
Sommigen

Slide 15 - Quiz

Noteer het meervoud van Guppy

Slide 16 - Open question

Noteer het meervoud van kangoeroe

Slide 17 - Open question

Over Taal 

Slide 18 - Slide

Vanavond zullen de PvdA en de VVD (debatteren) over de zorgnota.
A
afschieten
B
de ronde doen
C
discussiëren
D
melden

Slide 19 - Quiz

De (identiteit) van de dader is nog onbekend.
A
geheel van wegen, havens en vliegtuigen
B
slachtoffer
C
vervelende, plotselinge gebeurtenis
D
wie je bent

Slide 20 - Quiz

Het (prototype) van de nieuwe elektrische auto is uitgebreid getest.
A
eerste model van een nieuw product
B
iemand die niet in zijn woonplaats woont en werkt
C
moeilijke keuze tussen twee dingen

Slide 21 - Quiz

De zanger heeft de (illusie) dat hij een top 10-hit zou scoren opgegeven.
A
geld voor een later doel
B
gedachte die te mooi is om waar te zijn
C
ramp, groot ongeluk

Slide 22 - Quiz

De voorzitter heeft nog geen (reactie) gegeven op de geruchten.
A
commentaar
B
motief
C
opvatting

Slide 23 - Quiz

Of het een goed idee was, zal na de bijeenkomst (duidelijk worden).
A
blijken
B
citeren
C
tegenspreken

Slide 24 - Quiz