Jan gaat binnenkort werken, want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt de tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat dus veel veranderen in zijn leven.
De onderstaande vier tekstverbanden staan in deze tekst. Aan welke signaalwoorden kan je ze herkennen?