Hulp bij uitscheiding

(Hulp bij) uitscheiding
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

(Hulp bij) uitscheiding

Slide 1 - Slide

Uitscheiding
Via je darmen, blaas, huid en longen verlaten afvalstoffen je lichaam. Denk maar aan: poepen, plassen, zweten, scheten laten, overgeven, uitademen. 

Door goed te kijken naar uitscheiding (observeren) kun je veel bijzonderheden zien.

Slide 2 - Slide

Uitscheidingsproducten
- Urine (mictie)
- Ontlasting (defecatie, feaces)
- Menstruatie 
- Sputum
- Transpiratie
- Braken
 

Slide 3 - Slide

Uitscheidingsproducten
- Urine: lichaamsvloeistof waarmee afvalstoffen worden uitgescheiden via de urinewegen

- Feces: ook wel ontlasting, defecatie genoemd. Bestaat voor 75% uit water en 25% uit vaste stoffen. Ontlasting is zacht, gevormd en de kleur varieert van licht- tot donkerbruin. 

Slide 4 - Slide

Observeren urine:
  • Geur
  • Kleur
  • Hoeveelheid
  • Frequentie
  • Helderheid
  • Manier van urineren

Slide 5 - Slide

Kleur urine
  • Licht geel (helder) - Veel gedronken
  • Donkere urine - Weinig gedronken
  • Rode urine - Bloed in de urine
  • Bruine urine - Oud bloed/ leveraandoening

Slide 6 - Slide

Hulp bij urineren 

Slide 7 - Slide

Ontlasting
  • Kleur
  • Geur
  • Frequentie/ hoe vaak
  • Hoeveelheid
  • Samenstelling
  • Manier van defeceren
  • Spontaan verlies ontlasting

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Obstipatie 
  • Ieder zijn eigen patroon
  • Moeite met poepen en minder dan 3 x per week 
  • Te lang in de dikke darm 
  •  Hoe langer de poep in de dikke darm zit, hoe harder en droger het wordt. 
  • Veel moeite en pijn bij lozing

Slide 10 - Slide

Diarree
  • Waterdunne ontlasting 
  • Vaak meerdere keren per dag
  •  Aandrang  meestal plotseling
  •  Ophouden  meestal niet of moeizaam
  •  Andere kleur, geur en substantie
  • Voorkom uitdroging van de cliënt

Slide 11 - Slide

Transpiratie 
Transpiratie: een gezonde reactie van het lichaam. 

Doel: afgeven van lichaamswarmte

Slide 12 - Slide

Transpiratie observeren
  • Veel transpireren: bijvoorbeeld door inspanning, warm weer
  • Koorts, angst, zwakte, afwijking in het centrale zenuwstelsel
  • Koud , klam zweet, geur (bacteriën of aceton)
  • Plaatselijk zweten; zweetvoeten, okseltranspiratie en zweethanden

Rapportage: Rapporteer de observatiegegevens en vooral afwijkingen




Slide 13 - Slide

Menstruatie/ vaginaal bloedverlies

  • Menstruatiebloed bestaat uit: slijmvliesrestjes, velletjes, bloed, kleine bloedstolsels en vocht.
  • Verzorging: persoonlijke hygiëne; wassen schaamstreek met lauwwarm water, zonder zeep! Enkele keren per dag maandverband of tampon verschonen.
  • Postmenopauzaal bloedverlies
  • Oorzaken; vaginaal, baarmoeder/ baarmoedermond



Slide 14 - Slide

Sputum observeren 
Observeren:

  • Hoeveelheid
  • Kleur en consistentie
    - slijmerig: helder en draderig
    - taai: kan oranjebruin zijn
    - etterig: groen
    - bloederig
  • Geur

Slide 15 - Slide

Braaksel observeren
Altijd rapporteren!
  • Tijdstip en frequentie; ochtend? 
  • Hoeveelheid;
  • Manier van braken; explosief braken
  • Bestanddelen; bloed, gal, darminhoud.
  • Geur; fecaal braken

Zorg bij braken: bakje geven, zorg dat het bed, de kleding en de haren zo schoon mogelijk blijven.
Let op dat de ademhalingsweg vrij blijft. Let op voeding; geen vette producten en geen zware producten. Vraag naar de wensen van de cliënt. Zorg voor privacy en rust!


Slide 16 - Slide

Teken van uitdroging
Weinig urine
Donkere urine
Suf
Droge mond/lippen 
Dorst
Verward

Slide 17 - Slide

Wat kun je doen tegen uitdroging?


Minimaal 2 tot 3 liter drinken (water-thee-bouillon)

ORS

Als iemand ziek is dan is het advies om kleine slokjes te drinken. 

Slide 18 - Slide

Hulpmiddelen

Slide 19 - Slide

po en urinaal
postoel
douche stoel
po en urinaal spoeler
bed pan
urinaal

Slide 20 - Slide

Vraag om op te schrijven
Welke gevoelens kunnen meespelen als je op het toilet hulp zou krijgen? Enkele voorbeelden:
Opluchting                                   Opgelaten
Schaamte                                     Minderwaardigheid
Afhankelijkheid                          Zenuwachtigheid
Boosheid                                      Verdriet
Geruststelling                             Onzekerheid

Slide 21 - Slide

Poep en plas quiz: wat zegt uitscheiding over je gezondheid?

Slide 22 - Slide

Mictie is een ander woord voor ontlasting produceren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Waar let je op bij de uitscheiding?
A
de kleur
B
je hoeft niet te kijken
C
doet de huisarts
D
de kleur, hoeveelheid, bloed, structuur.

Slide 24 - Quiz

Zweet en menstruatie zijn ook vormen van uitscheiding
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Een ander woord voor feces is?
A
Incontinentie
B
Ontlasting
C
Geelzucht
D
Urine

Slide 26 - Quiz

Wat betekent incontinent zijn?
A
Dat je ontlasting heel hard is
B
Dat je niet kunt plassen
C
Dat je niet kunt poepen en plassen
D
Dat je geen controle hebt over je sluitspieren

Slide 27 - Quiz

Door de kraan te laten lopen moet je plassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Bij diarree gaat er veel vocht verloren. Daarom moet je bij diarree meer vocht innemen dan normaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wanneer je urine zoet is, krijg je minder snel een blaasontsteking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Te lang je urine ophouden kan zorgen voor een blaasontsteking?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Wanneer de urine rood/roze is, kan het zijn dat er bloed bij zit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Als urine ‘zoetig’ ruikt kan het wijzen op suikerziekte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Po geven op bed

Slide 34 - Slide

Passieve lift met toiletband

Slide 35 - Slide

Je leest onderstaande opmerkingen in de rapportage. Is het volgens jou een normale of afwijkende situatie?

A) Meneer van Dam plast 5 keer per dag, waarvan 1 keer 's nachts
B) De urine van Anke Simons is troebel
C) De ontlasting van meneer Groots is papperig
D) De ontlasting van mevrouw Otten is donkerbruin en ruikt onaangenaam

Slide 36 - Slide

Je leest onderstaande opmerkingen in de rapportage. Is het volgens jou een normale of afwijkende situatie?


E) Meneer Grotendonk plast 300ml per dag
F) Mevrouw Everdingen plast 4 liter per dag

Slide 37 - Slide