Les 5. Erfelijkheid P4D4


Les 5 erfelijkheid

Oefenen, oefenen, oefenen!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


Les 5 erfelijkheid

Oefenen, oefenen, oefenen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

X- chromosomaal overerven
Bloedgroepen

Dihybride kruisingen





Slide 2 - Slide

X-chromosomaal
Autosomen
Geslachtschromosomen
XX = Vrouw
XY = Man

Y = klein 'zielig' chromosoom, regelt alleen dat genen worden aangezet en een man zich tot een man ontwikkelt. 

X = bevat veel informatie. Vooroorzaken ziektes & aandoeningen 

Slide 3 - Slide

Kleurenblindheid
Wordt veroorzaakt door een recessief allel op het X-chromosoom.

Kegeltjes in je netvlies werken niet goed.

Er kunnen 5 gameten worden gemaakt:

Slide 4 - Slide

Oefenen
Een kleurenblinde man en een vrouw die kleuren kan zien (homozygoot) krijgen kinderen. 

Wat zijn de nakomelingen van de F1?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe weet je of het over X-chromosomaal gaat?
- De eigenschap is x-chromosomaal
- De eigenschap is geslachtsgebonden
- De eigenschap is niet-autosomaal
- De eigenschap komt bij mannen veel vaker voor dan bij                   vrouwen 
- Erfelijke aandoening

Slide 8 - Slide

Multiple allelen
3 of meerdere allelen = mutiple allelen

Bloedgroep = 1 gen en 3 allelen
2 allelen zijn dominant (IA en IB)
1 allel recessief (i)

4 bloedgroepen : A, B, AB, 0

Slide 9 - Slide

Multiple allelen
Mensen hebben 2 allelen voor de bloedgroep.
De volgende genotypen zijn mogelijk:

Slide 10 - Slide

Oefenen!



Een man heterozygoot voor bloedgroep A krijgt een kind met een moeder heterozygoot voor bloedgroep B. Welke bloedgroep kan het kind krijgen? 

Slide 11 - Slide

Dihybride kruisingen  niet-gekoppeld
Mono = 1 en Di = 2                                    We kijken naar 2 genen tegelijk

Bijvoorbeeld oogkleur & kleurenblindheid tegelijk

De eigenschappen liggen niet op hetzelfde chromosoom

Slide 12 - Slide

Dihybride kruising       niet-gekoppeld
Een man met bruine ogen (heterozygoot) en normaal kleurenziend gaat kinderen krijgen met een vrouw die ook bruine ogen (heterozygoot) heeft en draagster is voor kleurenblindheid. Hoe ziet de F1 er uit?

Schrijf P en gameten op

Slide 13 - Slide

Dihybride kruising        niet-gekoppeld
Veel combinaties mogelijk

We schrijven een kruisingsschema 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe ziet de F1 er uit?
Vrouw - bruin - normaal
Vrouw - blauw - normaal
Man - bruin - normaal
Man - blauw - normaal
Man - bruin - kleurenblind
Man - blauw - kleurenblind

Slide 16 - Slide

Dihybride kruisingen  gekoppeld
Mono = 1 en Di = 2                                    We kijken naar 2 genen tegelijk

Bijvoorbeeld oogkleur & kleurenblindheid tegelijk

De eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom

Slide 17 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld
2 eigenschappen:

Beharing van de stengel:
H = onbehaard
h = behaard

Tomaatkleur:
M = normale roodkleur
m = mandarijn-kleur

Slide 18 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld

M en H blijken altijd samen op een chromosoom te liggen, net als m en h

Deze zijn dus gekoppeld

Slide 19 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld
Twee homozygote planten worden met elkaar gekruist. Een rode, onbehaarde tomaat met een mandarijn-kleurige behaarde tomaat. 

Wat zijn de fenotypen van de F1?

Schrijf P en gameten op.

Slide 20 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld
P :                  HH  MM X  hh  mm
Geslachtscellen:                               H M                         h m

Beide ouders kunnen maar 1 type geslachtcellen maken doordat H en M en h en m op hetzelfde chromosoom liggen en gekoppeld zijn. 
We zetten dan een streep onder de allelen.

Slide 21 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld
Alle nakomelingen in de F1 hebben dus het genotype HhMm en het fenotype 'Rood & Onbehaard.

We gaan nu de F1 met elkaar kruisen.

Schrijf P & gameten op.

Slide 22 - Slide

Dihybride kruisingen gekoppeld
Door de koppeling maken de ouders 2 typen geslachtscellen
Kruisingstabel F2:



Wat zijn de fenotypen?

Slide 23 - Slide

Opdracht
Maak groepjes van 3/4 - ga bij je groepje aan tafel zitten

Maak de puzzel

De ontbrekende woorden kun je maken door de opdrachten op te lossen

Slide 24 - Slide

Extra hulp nodig?
Morgen van 8.45 - 11.00 Leerplein biologie

Lokaal M1.15 

Daarna tussenuur? Kunnen we wat regelen!

Slide 25 - Slide