Les 2: Social talk

Les 2: Social talk
Social talk
Praten over koetjes en kalfjes
Prietpraat
Smalltalk
Alledaagse praatjes
Koffiepraatjes
Kletspraatjes

1 / 13
next
Slide 1: Slide
OmkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2: Social talk
Social talk
Praten over koetjes en kalfjes
Prietpraat
Smalltalk
Alledaagse praatjes
Koffiepraatjes
Kletspraatjes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
De komende twee weken houden we ons bezig met "social talk".

Aan het einde van deze les weet je wat een social talk is, heb je ontdekt waar jouw leerpunten  liggen, heb je startzinnen bedacht en weet je hoe je een gesprek gaande kunt houden.
Aan het eind van les 3 lever je een filmpje in waarin jij een social talk voert. Dit is voor een cijfer.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je hebt informele en formele gespreksvormen. Wat is het verschil?
Informeel: belangrijk om een goede sfeer te creëren
Je moet een informeel gesprek kunnen voeren om vertrouwen van je gesprekspartner, vooral bij patiënten, te wekken.



Slide 3 - Slide

formeel: deze bereidt je voor
informeel: gebeurt spontaan
1-Gespreksfases
Welke gespreksfases zijn er?

  1. Contact leggen
  2. Gesprek op gang brengen
  3. Afsluiten
  4. Vul opdracht in: gespreksfases, opdracht 1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2-Alledaagse gesprekken voeren
Dit doe je eigenlijk de hele dag door.
  1. Het gaat om een spontaan en vrijblijvend gesprek
  2. Je komt er de tijd aangenaam mee door
  3. Je bereidt ze niet voor
  4. Je kunt gemakkelijk op een ander onderwerp overgaan
  5. Je kunt het gesprek op elk moment afsluiten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Noem eens een voorbeeld wanneer je allemaal "alledaagse gesprekken" voert.

Heb jij vandaag nog een "alledaags gesprek" gevoerd?
  • Vul opdracht 2 in.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3- Contact leggen
Vind jij het lastig om contact te leggen met anderen? Geen nood, dit kun je leren.

Hoe leg je dit contact?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Contact leggen
  1. Stap op de ander af en zeg "Hallo", geef eventueel een hand
  2. Houdt oogcontact en toon belangstelling
  3. Luister zorgvuldig e let op lichaamstaal
  4. Bedenk vooraf waarover je zou kunnen praten (dit kan zelfs als je iemand nog niet kent)  
  5. Oefening: ga tegenover elkaar staan  en bedenk een startzin die je zou kunnen gebruiken voor een "alledaags praatje". Een startzin werkt het beste als je iemand uitnodigt te vertellen (open vragen)
  6. Vul opdracht 3 in.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4-Gesprekken gaande houden
Hoe houdt je een gesprek gaande en zorg je ervoor dat er geen stiltes vallen?
  • open en gesloten vragen

Wat is het verschil? Noem eens een paar voorbeelden?
  • Invullen opdracht 4

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

5- Stimuleren tot doorpraten
In de praktijk is het de bedoeling de patiënt te laten praten. Hoe zorg je ervoor dat je zelf niet constant aan het woord bent?
  • Zorg voor een open, luisterende houding (knik, hum etc)
  • Stel vervolgvragen 
  • Laatste zin of woorden herhalen
  • Oefening: docent zegt iets en jij herhaalt vragen de laatste woorden.
  • Invullen opdracht 5

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

6- Gesprek afronden
Een informeel gesprek mag je altijd eindigen.
Noem altijd de reden waarom je het gesprek wil beëindigen.

Vb: "Ik zie dat mijn collega me nodig heeft", "Het is al half 4, ik moet echt door met mijn werk"
Liever niet: "Ojee, ik zit mijn tijd te verdoen". Waarom niet?
  • Invullen opdracht 6

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
- Gesprekskaart invullen
- Voorbereiden voor het filmpje
- Beoordeling filmpje uitleggen
- Aan de slag met het filmpje

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Aan de slag met small talk!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions