MZ Comm 2.5 Alledaagse gesprekken voeren

Sociale Vaardigheden
2.5 Alledaagse gesprekken voeren
1 / 31
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBO

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Sociale Vaardigheden
2.5 Alledaagse gesprekken voeren

Slide 1 - Slide

Een formeel gesprek is gepland en heeft een bepaald doel.
Een informeel gesprek is een alledaags gesprek. 

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een alledaags gesprek
Het gaat om een spontaan, vrijblijvend gesprek.

Je komt er de tijd aangenaam mee door.
Je bereidt ze niet of nauwelijks voor.
Je toont elkaar betrokkenheid en waardering.
Je kunt gemakkelijk op een ander gespreksonderwerp overstappen.
Je kunt het gesprek op ieder moment beëindigen.




Slide 3 - Slide

OPDRACHT
Wandel rond en stel je voor aan de ander.

Slide 4 - Slide

OPDRACHT
Wandel rond en stel je voor aan de ander.
--> hoe geef jij een hand? 
--> hoe loop je?
--> wat is je communicatiestijl?

Slide 5 - Slide

Contact leggen
Contact leggen is een vaardigheid die je kunt leren!
Stap als eerste op de ander af en zeg als eerste ‘hallo’. Geef de ander daarbij een hand.
Stel jezelf voor en glimlach daarbij.
Neem er de tijd voor als je je aan een onbekende voorstelt.
Houd oogcontact en toon belangstelling.
Luister zorgvuldig en let op lichaamstaal.
Bedenk vooraf waarover je zou kunnen praten.





Slide 6 - Slide

Geef een voorbeeld van een startzin om met client contact te leggen?

Slide 7 - Open question

Zoek de verbinding
Met het zoeken van de verbinding bedoelen we dat je in contact met de ander op zoek gaat naar iets gemeenschappelijks. 

Slide 8 - Slide

Alledaagse gesprekken
Laat het initiatief wisselen
Vermijd een kruisverhoor
Inspelen op de situatie
Een gesprek gaande houden
Gesloten vragen - open vragen
Indirecte vragen
Suggestieve vragen







 

Slide 9 - Slide

Is de vraag gesloten of open?
Heb je zin in koffie?
A
open
B
gesloten

Slide 10 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Hoe is het gegaan met je sollicitatiegesprek?
A
open
B
gesloten

Slide 11 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Hoe lijkt het je om hier te komen werken?
A
open
B
gesloten

Slide 12 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Waarom ben je te laat?
A
open
B
gesloten

Slide 13 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Werk je hier ook?
A
open
B
gesloten

Slide 14 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Wil je de tv uit?
A
open
B
gesloten

Slide 15 - Quiz

Is de vraag gesloten of open?
Zal ik de gordijnen dichtdoen?
A
open
B
gesloten

Slide 16 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Het is toch geweldig dat uw kinderen zo vaak op bezoek komen?
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 17 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Het kan niet anders dan dat je het hier super vindt, toch?
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 18 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Het moet je wel zwaar vallen dat je vriend de hele week weg is.
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 19 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Houd je ook zo van musicals?
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 20 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Ik heb de indruk dat je niet zo goed geslapen hebt.
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 21 - Quiz

Is de vraag indirect of suggestief?
Ik vermoed dat u wel moe zult zijn na zo’n wandeling.
A
indirecte vraag
B
suggestieve vraag

Slide 22 - Quiz

Stimuleren tot doorpraten
Een aandachtige houding aannemen. 

Het stellen van vervolgvragen.  
Door de laatste zin of de laatste woorden te herhalen, liefst op vragende toon. 

Slide 23 - Slide

Een gesprek afronden
Als je een gesprek wilt beëindigen, helpt het vaak het stoppen in te leiden. Noem bijvoorbeeld de reden waarom je wilt stoppen. De ander weet dan dat het contact gaat stoppen.

Afscheid nemen - verbaal of non-verbaal

Zie je bij een cliënt dat hij moeite heeft met afscheid nemen, zorg dan zelf dat je duidelijk afscheid neemt.

Slide 24 - Slide

Taal in informele gesprekken
Slordig taalgebruik
Informeel taalgebruik
als Nederlands niet de moedertaal is



Slide 25 - Slide

Humor
In alledaagse gesprekken helpt humor om te ontspannen en zorgen te vergeten. Ook zorgt humor voor een gevoel van verbinding. 

Niet alle humor kan: seksistische humor, harde grappen over het geloof en discriminerende ‘grapjes’ kunnen nooit. Je kwetst en beledigt er anderen mee.

Slide 26 - Slide

Een startzin werkt het beste als je wat over jezelf vertelt.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De kans dat iemand alleen met ‘ja’ of ‘nee’ antwoordt op een uitnodigende vraag, is klein.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

De meeste mensen maken graag een praatje en vinden stiltes niet prettig.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Het geven van je mening in een startzin is een goede manier om het gesprek op gang te brengen.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Bij het geven van een mening in een startzin kan de ander zich niet prettig voelen, omdat hij zich gedwongen voelt een mening te hebben of omdat hij er anders over denkt.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz