- Ik kan overweg met aantallen, hoeveelheden, kosten en tijden in het Engels.
- Ik kan vragen beantwoorden en stellen over mijzelf en anderen in het Engels.
- Ik kan zeggen wat ik wel en niet leuk en lekker vind in het Engels.
- Ik kan eenvoudige informatie geven over mijzelf in het Engels.
Words
- Money