6.1

6.1 Je uiterlijk
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.1 Je uiterlijk

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Introductie thema 6 erfelijkheid en evolutie
  • Absentie en HW controle
  • Uitleg BS 1
  • Aan de slag
  • Evaluatie wat hebt je geleerd

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je weet na deze les meer over erfelijkheid.

Slide 3 - Slide

Erfelijke eigenschappen:
eigenschappen die je van je ouders hebt geerfd.
Basisstof 1 Je uiterlijk

Slide 4 - Slide

Elke lichaamscel heeft een kern

Je ichaam bestaat
  uit
 lichaamscellen

Slide 5 - Slide

In elke celkern liggen chromosomen

Slide 6 - Slide

Chromosomen

zijn lange dunne draden 
in elke kern

Slide 7 - Slide

In deze draden zit de stof

DNA

Slide 8 - Slide

De stof DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen

Slide 9 - Slide

Ieder organisme heeft zijn of haar unieke DNA

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

7.1 Je uiterlijk
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA. In dit DNA ligt informatie over alle erfelijke eigenschappen.
Het DNA in 1 celkern bevat informatie over ALLE erfelijke eigenschappen.

Ieder mens heeft zijn/haar eigen unieke DNA. Dit noem je het genotype.

Slide 13 - Slide

Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders (bijv. blauwe ogen)



je kunt ze niet veranderen

Slide 14 - Slide

Informatie in het DNA noem je GENOTYPE

Slide 15 - Slide

Genotype

Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders



Slide 16 - Slide

6.1 Je uiterlijk
Het genotype bepaalt voor een groot deel je uiterlijke kenmerken. Maar niet alles.
Je kan bijvoorbeeld je blonde haren zwart verven. Dan verandert je uiterlijk.

Je fenotype zijn alle waarneembare eigenschappen bij elkaar. Het is genotype + invloeden uit het milieu

Slide 17 - Slide

Fenotype
Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu
- in de zon zitten
- haarverven
- tattoo
- littekens
het zichtbare uiterlijk

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het FENOTYPE van een organisme ontstaat dus door

GENOTYPE  en door INVLOEDEN UIT DE OMGEVING

Slide 20 - Slide

6.1 Je uiterlijk
Je genotype blijft je hele leven hetzelfde.
Je fenotype kan steeds veranderen.

Slide 21 - Slide

6.1 Je uiterlijk
DNA-test:
- hierbij wordt het DNA van een mens in kaart gebracht
- oplossen van misdaden
- opsporen erfelijke ziektes

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wat is een voorbeeld van een fenotype
A
Suikerziekte
B
kleding
C
Blauwe ogen
D
Niks van wat hier boven genoemd is.

Slide 25 - Quiz

Wat is genotype
A
Alles wat jou aangeleerd is
B
Alle informatie in je DNA

Slide 26 - Quiz

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
A
Alles wat je leert van je ouders
B
Erfenis die jou wordt nagelaten door je ouders
C
Eigenschappen die je hebt geerfd van je ouders

Slide 27 - Quiz

Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype. 
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Sproeten
Een litteken
gespierd lichaam
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 28 - Drag question

VRAGEN??

Slide 29 - Slide

Zelf aan de slag
KGT 6.1 opdracht= 1 tm 7 maken (2 overslaan)

BB 6.1 opdracht = 1 tm 6 maken

Slide 30 - Slide