6.1

6.1 Je uiterlijk
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.1 Je uiterlijk

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je weet na deze les meer over erfelijkheid.

Slide 2 - Slide

Erfelijke eigenschappen:
eigenschappen die je van je ouders hebt geerfd.
Basisstof 1 Je uiterlijk

Slide 3 - Slide

Elke lichaamscel heeft een kern

Je ichaam bestaat
  uit
 lichaamscellen

Slide 4 - Slide

In elke celkern liggen chromosomen

Slide 5 - Slide

Chromosomen

zijn lange dunne draden 
in elke kern

Slide 6 - Slide

In deze draden zit de stof

DNA

Slide 7 - Slide

De stof DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen

Slide 8 - Slide

Ieder organisme heeft zijn of haar unieke DNA

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders (bijv. blauwe ogen)



je kunt ze niet veranderen

Slide 11 - Slide

Informatie in het DNA noem je GENOTYPE

Slide 12 - Slide

6.1 Je uiterlijk
Het genotype bepaalt voor een groot deel je uiterlijke kenmerken. Maar niet alles.
Je kan bijvoorbeeld je blonde haren zwart verven. Dan verandert je uiterlijk.

Je fenotype zijn alle waarneembare eigenschappen bij elkaar. Het is genotype + invloeden uit het milieu

Slide 13 - Slide

Fenotype
Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu
- in de zon zitten
- haarverven
- tattoo
- littekens
het zichtbare uiterlijk

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Het FENOTYPE van een organisme ontstaat dus door

GENOTYPE  en door INVLOEDEN UIT DE OMGEVING

Slide 16 - Slide

6.1 Je uiterlijk
Je genotype blijft je hele leven hetzelfde.
Je fenotype kan steeds veranderen.

Slide 17 - Slide

6.1 Je uiterlijk
DNA-test:
- hierbij wordt het DNA van een mens in kaart gebracht
- oplossen van misdaden
- opsporen erfelijke ziektes

Slide 18 - Slide

Wat is een voorbeeld van een fenotype
A
Suikerziekte
B
kleding
C
Blauwe ogen
D
Niks van wat hier boven genoemd is.

Slide 19 - Quiz

Wat is genotype
A
Alles wat jou aangeleerd is
B
Alle informatie in je DNA

Slide 20 - Quiz

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
A
Alles wat je leert van je ouders
B
Erfenis die jou wordt nagelaten door je ouders
C
Eigenschappen die je hebt geerfd van je ouders

Slide 21 - Quiz

VRAGEN??

Slide 22 - Slide