Huiswerkbespreking B1 t/m 3 T5 KT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Huiswerkbespreking/controle

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Leerwerkboek, schrift

• Tas van tafel
• Open bladzijde 78 in het boek
• Ga aan de slag met de opdrachten die je niet gemaakt hebt OF lezen blz. 102 t/m 103

Huiswerkrad

Straf

Opdracht 1 blz. 78

1. Een konijn wist door stampgeluid ’s nachts de eigenares van het dier te wekken en te waarschuwen voor een inbreker, die daarop vluchtte.

a. Wat is de prikkel waardoor de vrouw wordt gewekt?

b. Hoe reageren de zintuigcellen in het oor van de vrouw als ze geluidsprikkels opvangen?

c. Wat zijn impulsen?

d. Waar gaan de impulsen uit het oor van de vrouw naar toe?

e. In welk deel van het lichaam wordt de vrouw zich bewust van het geluid?

Opdracht 4 blz. 79

4. Een meisje rent de zee in en voelt dat het zeewater erg koud is. In de zinnen staat wat er gebeurt in haar lichaam.

In welke volgorde vinden deze gebeurtenissen plaats?
a. Een impuls gaat van het koudezintuig naar haar hersenen

b. Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen

c. Het meisje voelt dat het water koud is

d. Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen

Opdracht 7 blz. 81

7. Door een gaatje in een kies kan de kieszenuw bloot komen te liggen (zie afbeelding 7). Hierdoor ontstaat flinke kiespijn.

a. Komen in een kies pijnpunten voor? Leg je antwoord uit.

Als een zenuw blootligt, zal een tandarts het gaatje in de kies vullen. De tandarts geeft dan eerst een injectie met een verdovend middel in de kaak. De zenuw kan dan tijdelijk geen impulsen doorgeven.

b. Ontstaan er impulsen in de kies met het gaatje na de verdoving door de tandarts? Leg je antwoord uit.

c. Is iemand met een verdoving in de kaak zich nog bewust van de kiespijn? Leg je antwoord uit.

Bij een kaakoperatie worden soms zware pijnstillers gebruikt, zoals morfine. Morfine is werkzaam in de hersenen. Daar houdt het impulsen tegen die pijnsignalen doorgeven.

d. Een zenuw in de kaak van een morfinegebruiker geeft dan Wel/geen impulsen door.

e. Leg uit dat een morfinegebruiker geen pijn voelt.

Opdracht 2 blz. 87

Opdracht 5 blz. 88

Lees de tekst ‘Politie haalt hond uit oververhitte auto’.

De bouw van de huid van alle zoogdieren is ongeveer hetzelfde. Er zijn wel verschillen. Zoogdieren hebben bijvoorbeeld weinig of veel haren op de huid. Mensen, honden en varkens zijn zoogdieren.

a. Leg uit dat honden minder goed tegen de warmte kunnen dan mensen. Geef twee redenen. Gebruik hierbij ook de tekst.

b. Varkens rollen graag in de modder als het warm is.

Leg uit hoe dit helpt om af te koelen.

c. In afbeelding 7 zie je een foto van varkensvlees: een speklapje.

Zet de woorden: huid - spier - vet onder de huid op de juiste plek

Tekst

Politie haalt hond uit oververhitte auto

LEMMER – Een hond heeft zondagmiddag op de Stationsweg anderhalf uur in de brandende zon in een auto gezeten. Dat meldt de wijkagent via Twitter. De politie heeft de hond uit het voertuig bevrijd. De eigenares was het dier vergeten en had enorm veel spijt. Honden hebben alleen zweetklieren in de voetzolen en kunnen daardoor minder goed tegen de warmte dan mensen. Ze kunnen wel hijgen en zo warmte verliezen.

Opdracht 6 blz. 89

In de grafiek van afbeelding 8 zie je de hoeveelheid impulsen die ontstaan in twee zintuigen in de huid bij verschillende temperaturen van de huid.

a. Zet bij de nummers van welke zintuigen de impulsen afkomstig zijn.

Als de huid iets heets aanraakt, ontstaan in de koude- en warmtezintuigen geen impulsen.

b. Waarmee kun je iets heets wel waarnemen?

Door koude- en warmtezintuigen kun je temperatuurverschillen waarnemen.

c. Welke delen van de huid zijn daarnaast belangrijk bij het regelen van de lichaamstemperatuur?

Als je net flink hebt gesport, kan je hoofd er rood uitzien.

d. Geef hiervoor een verklaring.

Twee mensen zwemmen in koud water.

e. Wie zal het eerder koud hebben: een dik persoon of een dun persoon? Leg je antwoord uit.

Opdracht 5 blz. 98

Houd het boek met gestrekte armen voor je. Sluit je linkeroog. Staar met je rechteroog naar de kat van afbeelding 12. Je ziet de muis dan vanuit je ooghoek. Blijf naar de kat staren terwijl je langzaam het boek naar je hoofd beweegt.

a. Wat gebeurt er met de muis als je dichter bij het scherm komt?

b. Met welke plaats van het netvlies kijk je naar de muis? Blinde/Gele vlek

c. Als je naar de kat kijkt, met welke plaats van het netvlies kijk je dan

met de Blinde/Gele vlek

Opdracht 8 blz. 99

Glaucoom is een oogziekte waarbij zenuwen in het oog worden aangetast. Zenuwen die het verst van de blinde vlek liggen, worden het eerst aangetast.

a. Welk beeld van afbeelding 14 ziet iemand met glaucoom?

Een persoon heeft al heel lang diabetes. Bloedvaten in de gele vlek zijn daardoor gaan lekken. Zintuigen in de gele vlek werken daardoor niet goed meer.

b. Welk beeld zal deze persoon zien: het beeld van foto 1 of het beeld van foto 2? Leg je antwoord uit. 

Ga aan de slag met:

• Maken alle opdrachten die je niet af had
• Lezen blz. 102 t/m 103
  
• Maken Opdr. 1 t/m 9  blz. 104-108 

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Alle tafels recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval
• Tafels leeg