This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
10. Skelet: soorten gewrichten
pg142
Slide 1 - Slide
Soorten gewrichten?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
www.schooltv.nl
Slide 4 - Link
Hef je arm omhoog
Welk gewricht gebruik je?
Slide 5 - Slide
Schoudergewricht = kogelgewricht
Slide 6 - Slide
Leg je onderarm op tafel, handpalm naar onder.
Draai je handpalm om.
Welk gewricht gebruik je?
Slide 7 - Slide
= rolgewricht
gewricht tussen ellepijp en spaakbeen
draaien om lengteas onderarm
Slide 8 - Slide
Buig je onderarm en raak met je vingers je schouder aan
Strek je arm volledig
Welk gewricht gebruik je?
Slide 9 - Slide
→ ellebooggewricht
= scharniergewricht: beweging in 1 vlak
Slide 10 - Slide
Raak met je duim je pink aan.
Draai je duim rond.
Welk gewricht gebruik je?
Slide 11 - Slide
→ gewricht tussen duim - hand
= zadelgewricht: beweging rond 2 assen
Slide 12 - Slide
Draai je vinger rond.
Welk gewricht gebruik je?
Slide 13 - Slide
→ gewricht tussen vinger en hand
= eigewricht (eivormige kop)
Ander voorbeeld: polsgewricht
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Straf gewricht
weinig beweging mogelijk
Slide 16 - Slide
Soorten gewrichten pg 142
Slide 17 - Slide
Voorbeeld van een zadelgewricht
A
duim
B
elleboog
C
schouder
D
wervels
Slide 18 - Quiz
Kogelgewricht
A
Knie
B
Hand
C
Schouder
D
Heup
Slide 19 - Quiz
Wat is een scharniergewricht?
A
Zo’n gewricht kun je vergelijken met een gewone scharnier. Een scharniergewricht kan maar in een richting bewegen (elleboog)
B
In zo’n gewricht rollen twee botten over elkaar heen (onderarm - ellepijp)
Slide 20 - Quiz
www.schooltv.nl
Slide 21 - Link
6. Beenderen van het hoofd pg143
Slide 22 - Slide
Voorhoofds- en slaapbeen:
A
frontale, pariëtale
B
pariëtale, temporale
C
frontale, occipitale
D
frontale, temporale
Slide 23 - Quiz
HV: Welke stelling is of welke stellingen zijn juist? Stelling 1: De ooropening ligt in het wiggenbeen. Stelling 2: In het slaapbeen zit een opening voor het ruggenmerg.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 24 - Quiz
6.2. de aangezichtsschedel pg145
Slide 25 - Slide
Bovenkaak
A
cranium
B
mandibula
C
Maxilla
D
costa
Slide 26 - Quiz
Hoe noemen we het lichtblauwe deel van de schedel?