IBO 3 werken in een bedrijf les 5

IBO 3 werken in een bedrijf
1 / 21
next
Slide 1: Slide
PraktijkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 3 werken in een bedrijf

Slide 1 - Slide

Programma
- 08:30 tot 09:30 les
- 09:30 tot 09:45 pauze
- 09:45 tot 10:30 les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Op het einde van de les weet ik:
- Wat het verschil is tussen een product en een dienst en kan ik dit herkennen in verschillende voorbeelden.
-Wat het doel en de producten/diensten van een bedrijf zijn en kan ik dit beschrijven aan de hand van informatie uit een website of een gesprek met een medewerker.

Slide 3 - Slide

Woordenlijst
Woordenlijst invullen, je mag ze opzoeken, maar in eigen woorden schrijven! Daarna krijg je een Kahoot quiz over de woorden.

Slide 4 - Slide

Een bedrijf
Je voert je werk uit in een bedrijf. Soms wordt een bedrijf ook ‘instelling’ of ‘organisatie’ genoemd.

In een bedrijf werken mensen samen. Ze gebruiken hun kennis en vaardigheden om doelen te bereiken. Bedrijven kunnen verschillende doelen hebben. Sommige bedrijven maken dingen. Andere bedrijven verkopen dingen. En er zijn ook bedrijven die dingen doen voor andere mensen.

Slide 5 - Slide

Producten of diensten
Om doelen te halen, biedt een bedrijf producten of diensten aan. Of allebei. Maar wat zijn producten en diensten eigenlijk?

Slide 6 - Slide

Wat is hier het product? (opdracht 28)
- Je koopt kippenpoten bij de slager.
- Je koopt bij de bioscoop popcorn.
- Je koopt een nieuwe televisie.
- Het bedrijf maakt (produceert) fietsen.


Slide 7 - Slide

Wat is hier de dienst? (Opdracht 28)
- De fietsenmaker plakt een kapotte band.
- Je doet boodschappen voor iemand die ziek is.
- De kapper knipt jouw haren.
- De verpleegster verzorgt jou in het ziekenhuis.


Slide 8 - Slide

Producten en diensten? (opdracht 28)
Je gaat naar het café om een biertje te drinken. Je wordt geholpen door een vriendelijke barman die jou het biertje serveert.




Slide 9 - Slide

Producten en diensten? (opdracht 28)
Je gaat naar de supermarkt om een pak koekjes te kopen. Je kunt de koekjes niet vinden en gaat

de winkelmedewerker vragen om hulp. Hij legt uit waar de koekjes liggen.

Slide 10 - Slide

Producten en diensten? (opdracht 28)
Je gaat naar de winkel om een nieuwe telefoon te kopen. De verkoper adviseert je.

Slide 11 - Slide

Opdracht 29
Maak een presentatie over het bedrijf waar jij werkt of stageloopt. Geef in de presentatie in ieder geval antwoord op de volgende vragen:
- Het doel van mijn bedrijf is…
- Mijn bedrijf biedt de volgende producten aan…
- Mijn bedrijf biedt de volgende diensten aan…
- Mijn bedrijf vindt het belangrijk dat….







Slide 12 - Slide

Woordenlijst
Woordenlijst invullen, je mag ze opzoeken, maar in eigen woorden schrijven! Daarna krijg je een Kahoot quiz over de woorden.

Slide 13 - Slide

Voorbereiden, uitvoeren en afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde van je werk rond je je werk goed af.

Als je dingen in een bepaalde volgorde moet doen wordt dat in een bedrijf vaak een proces genoemd.

Een proces bestaat uit een aantal activiteiten (stappen) die in een bepaalde volgorde worden uitgevoerd. Een proces levert een resultaat op.

Slide 14 - Slide

Opdracht 30
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Voorbereiding
3 Boter uit de koelkast halen
 8 Een mes pakken en klaarleggen
9 Kaas uit de koelkast halen
11 Vier boterhammen uit de broodtrommel pakken
13 Twee borden uit de kast halen

Slide 16 - Slide

Uitvoering
10 Boter op de boterham smeren
7 Kaas op de boterham leggen
2 De boterham in stukken snijden


Slide 17 - Slide

Afronding
1 De kaas terugleggen in de koelkast
4 De boter terugzetten in de koelkast
12 Het mes afwassen
5 Je vriend zeggen dat de boterham klaar is

Slide 18 - Slide

Resultaat
6 Lekkere boterhammen met kaas om op te eten

Slide 19 - Slide

Opdracht 31B

Slide 20 - Slide

Opdracht 31B
timer
20:00

Slide 21 - Slide