2H Grammar

Grammar
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammar

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat hulpwerkwoorden voor verplichtingen en (on)zekerheden zijn.

Slide 2 - Slide

Les
Hulpwerkwoorden
Onzekerheden
Klassikale opdracht
Zelfstandige opdracht

Slide 3 - Slide

Hulpwerkwoorden voor verplichtingen
Aangeven dat iets moet.
"I have to go to the dentist today"

Vaak voor onpersoonlijke verplichtigen
De verplichting komt van buitenaf.
Gebruikt voor alle tijden.

"In France, you have to drive on the right."
"In England, most schoolchildren have to wear a uniform."

Slide 4 - Slide

Hulpwerkwoorden voor verplichtingen
We gebruiken vaak 'must' als iets essentieel of noodzakelijk is.
"I must go to the store for groceries"

'Must' wordt vaak gebruikt voor persoonlijke verplichtingen.
'Must' drukt uit wat de persoon denkt dat nodig is.
'Must' wordt gebruikt voor het heden en de toekomst.

You must visit us soon.
He must work harder.

'must not' is daar het tegenovergestelde van

Slide 5 - Slide

Onzekerheden
We gebruiken vaak 'might' als er een mogelijkheid is. 
We kunnen ook 'must' gebruiken als er een mogelijkheid is.
"I might be able to visit you later"
"They must have been talking about me"

We gebruiken vaak 'can not or can't ' als er geen mogelijkheid is.
"I can't join you after school today"

Slide 6 - Slide

He ...... have left the water running.
A
Must
B
Can't
C
Have to

Slide 7 - Quiz

I can drive a car, but Tom .......
A
Must
B
Have to
C
Has to
D
Can't.

Slide 8 - Quiz

They ...... have suspected me of stealing.
A
Have to
B
Can't
C
Must
D
Don't

Slide 9 - Quiz

I ..... sing as well as Mary did.
A
Can't
B
Must
C
Have to

Slide 10 - Quiz

I ....... be a few minutes late
A
Can't
B
Have to
C
Must
D
Might

Slide 11 - Quiz

She said that it ...... be true.
A
Must
B
Might
C
Can't
D
Have to

Slide 12 - Quiz

Klassikale opdracht
Maak een paar zinnen met onzekerheden en hulpwerkwoorden.

Gebruik je tablet of pen en papier.

5 minuten.

Klaar? Help elkaar meer zinnen te bedenken.

Slide 13 - Slide

Zelfstandige opdracht
Een verhaaltje maken.

Gebruik (on)zekerheden en hulpwerkwoorden

Pen en papier.

10 minuten.

Slide 14 - Slide

Lesdoel
https://exitticket.nl/ticket/m7zk5ich



Slide 15 - Slide

Goed gedaan!

Slide 16 - Slide